status

Zie Gemeenschappelijke onderdelen. Dit status element is enkel relevant voor het dgphResult element.

file

Groepering van alle dossier elementen.

addressHandicapedPerson

Niet aanwezig indien het gegeven niet aanwezig is bij DGPH. Anders wel aanwezig.

lastName

Familienaam van de persoon

firstName

Voornaam van de persoon

address

Adresblok

@class

Type adres: Belgisch, Buitenland of diplomatieke post.
Mogelijke waarden:

• belgianAddress

• foreignAddress

• diplomaticPost

building

Aanduiding van het gebouw

streetCode

StraatCode. Is dit BestAdd of CRABStraar? Wordt dit ingevuld?

streetName

Naam van de straat. Kan tot drie verschillende talen worden weergegeven met een verschillend language attribuut

@language

Taal waarin de staat is opgegeven

houseNumber

Huisnummer

boxNumber

Busnummer

postalCode

PostCode

cityCode

Voor Belgische adressen is dit de NISCode van de gemeente. Voor buitenlandse adressen is dit de CityCode (indien beschikbaar).

cityName

Naam van de gemeente. Kan tot drie verschillende talen worden weergegeven met een verschillend language attribuut

@language

Taal waarin de gemeente is opgegeven.

contryCode

NISCode van het land. Let op: KSZ heelt soms de leading zeros weg. NISCode 000 wordt dan doorgegeven door 0.

countryName

Naam van het land. Kan tot drie verschillende talen worden weergegeven met een verschillend language attribuut

@language

Taal waarin het land is opgegeven.

date

Begindatum van het verblijf op dit adres

evolutionOfRequest

Zie Gemeenschappelijke onderdelen

handicapRecognitions

De informatie over de erkenning van de handicap

Dit blok is niet aanwezig in twee gevallen. Ofwel is het niet gevraagd in de criteria, ofwel is het niet aanwezig bij DGPH.

handicapRecognition

De erkenningen op een bepaalde datum geldig

recognitionStatus

Bevat de datum waarop de erkenning beslist is en de (open) periode van geldigheid van de erkenning.

dateOfDecision

Datum van beslissing van de erkenning

De FOD SZ roept de persoon met een handicap op voor een consultatiemoment en neemt een beslissing over de handicap van de persoon. De FOD SZ deelt deze beslissing via een attest mee aan de aanvrager en aan de instellingen. In geval van herzieningen van attesten met dezelfde erkenningsperioden en/of retroactiviteit is dit gegeven indicatief.

startDateRecognition

Start van de periode van de geldigheid van de erkenning

endDateRecognition

Optioneel einde van de geldigheid van de periode

Als de erkenning van onbepaalde duur is, wordt geen datum weergegeven.

legislation

Duidt de wetgeving aan waarbinnen de erkenning gebeurt

handicapRecognitionDetails

Gegevens over de aard van de handicap.

lowerLimbs50p

Is de handicap 50% onderste ledematen erkend?

fullBlindness

Is de handicap volledige blindheid erkend?

upperLimbsAmputated

Is de handicap amputatie bovenste ledematen erkend?

upperLimbsParalysed

Is de handicap verlamming bovenste ledematen erkend?

resultRecognitionChild

Resultaten van de erkenning van een kind

inabilityFollowCourse

Is het kind in staat om een cursus te volgen?

inabilityToWork

Kan het kind een beroep uitoefenen?

disabilityCode

Wat is het percentage ongeschiktheid van het kind?

Mogelijke waarden: 1 = < 66%; 2 = >= 66% en < 80%; 3 = >= 80%

independencyScore

Aantal punten dat het kind scoort inzake vermindering zelfredzaamheid (oude wetgeving).

Het gegeven “aantal punten zelfredzaamheid” en het gegeven “ongeschiktheid” vormen een eenheid binnen het systeem van de bijkomende kinderbijslag “oude wetgeving”. In dit systeem heb je een basisbedrag aan bijkomende tegemoetkoming vanaf 66% ongeschiktheid. Deze uitkering kan nog verhoogd worden van zodra je een score van 4 of meer haalt op de zelfredzaamheidschaal.

Om de zelfredzaamheid te bepalen wordt getest op 6 verschillende functionele categorieën: 1° gedrag; 2° communicatie; 3° lichaamsverzorging; 4° verplaatsing; 5° lichaamsbeheersing; 6° aanpassing aan omgeving.

Voor iedere categorie kan je maximaal 3 punten halen. De 3 functies die het best scoren worden opgeteld. Het resultaat van deze som is het aantal punten zelfredzaamheid.

Dit systeem is enkel nog van toepassing op kinderen geboren voor 1 januari 1993, het aantal kinderen dat nog onder deze regeling valt is zeer beperkt.

Merk op dat de functionele categorieën die hier getest worden andere categorieën zijn dan deze die getest worden voor de IT of THAB uitkering.

Mogelijke waarden: 1 = 0 tot 3; 2 = 4 tot 6; 3 = 7 tot 9

pillars

Gegevens relevant voor bepaling bijkomende kinderbijslag nieuwe wet.

pillar1

Aantal punten dat het kind scoort voor de gevolgen van de aandoening op het vlak van de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid.

De eerste pijler werd voornamelijk ingevoerd om binnen het systeem van bijkomende kinderbijslag en zorgtoeslag nog een indicator te behouden die relevant is voor eventuele derden. Zo wordt bepaalde fiscale voordelen (vrijstelling aan de basis in de personenbelasting of verminderd BTW tarief) of sociale voordelen (verminderd tarief voor gas en elektriciteit) gebaseerd op attesten van de DGPH en agentschap Opgroeien. In geval van kinderen is dat dan de score op pijler 1. Vanuit dit perspectief is pijler 1 het equivalent van het vroegere percentage genoteerd in de variabele “ongeschiktheid”.

Mogelijke waarden: 0 tot 6.

pillar2

Aantal punten dat het kind scoort voor de gevolgen van de aandoening op het vlak van de activiteit en de participatie.

Om de punten voor de tweede pijler te bepalen wordt getest op 4 verschillende functionele categorieën: 1° leren, opleiding en sociale integratie; 2° communicatie; 3° mobiliteit en verplaatsing; 4° zelfverzorging.

Voor iedere categorie kan je maximaal 3 punten halen. De som van alle behaalde punten levert de waarde voor pijler 2 op.

Pijler 2 en 3 werden ingevoerd om mogelijke negatieve effecten van de oude wet op te vangen. Volgens de oude wet daalde de bijkomende kinderbijslag naarmate meer inspanning geleverd werd om de zelfredzaamheid van het kind op te krikken.

Mogelijke waarden: 0 tot 12.

pillar3

Aantal punten dat het kind scoort voor de gevolgen van de aandoening voor de familiale omgeving.

Om de punten voor de derde pijler te bepalen wordt getest op 3 verschillende functionele categorieën: 1° medische opvolging thuis; 2° verplaatsing; 3° aanpassing aan de leefomgeving

Voor iedere categorie kan je maximaal 3 punten halen. De som van alle behaalde punten MAAL 2 levert de waarde voor pijler 3 op.

Mogelijke waarden: 0 tot 18.

pillarsTotal

Totale score van het kind op pijlers 1, 2 en 3.

De DGPH en agentschap Opgroeien communiceren aan het regionaal kinderbijslagfonds of uitbetalingsactor het totaal van de behaalde punten. De punten vormen de basis om het kind in een bepaalde medische categorie op te nemen voor de bepaling van de verhoogde kinderbijslag of zorgtoeslag.

Het kinderbijslagfonds of de uitbetalingsactor dient echter ook nog te controleren of aan alle administratieve voorwaarden voor betaling kinderbijslag of Groeipakket voldaan is. Het hoeft dus niet zo te zijn dat een medische categorie die recht geeft op bijkomende kinderbijslag of zorgtoeslag, ook automatisch resulteert in een uitbetaling kinderbijslag of Groeipakket.

De DGPH is de authentieke bron voor het medische gegeven dat kan resulteren in een bijkomende kinderbijslag, maar het kinderbijslagfonds is de authentieke bron voor het betalingsgegeven “bijkomende kinderbijslag”.

Kind en Gezin is de authentieke bron voor het medische gegeven dat kan resulteren in een zorgtoeslag, maar de uitbetalingsactor is de authentieke bron voor het betalingsgegeven “Groeipakket”.
Mogelijke waarden: 0 tot 36

childPathology

Heeft het kind bijzondere kinderpathologieën ?

resultRecognitionAdult

Resultaten van de erkenning van een volwassene

diminuationIndependence

Gegevens met betrekking tot de verminderde zelfredzaamheid.

@isRecognizedFromBeforePensionAge

Is deze score reeds van toepassing van voor de pensioengerechtigde leeftijd?

mobility

Score die de volwassene haalt op de vermindering zelfredzaamheid, functie "verplaatsingsmogelijkheden".

nourishment

Score die de volwassene haalt op de vermindering zelfredzaamheid, functie "voedsel nuttigen of bereiden".

hygiene

Score die de volwassene haalt op de vermindering zelfredzaamheid, functie "persoonlijke hygiëne en zichzelf kleden".

household

Score die de volwassene haalt op de vermindering zelfredzaamheid, functie "woning onderhouden en huishoudelijk werk verrichten".

supervision

Score die de volwassene haalt op de vermindering zelfredzaamheid, functie "leven zonder toezicht".

socialSkills

Score die de volwassene haalt op de vermindering zelfredzaamheid, functie "communicatie en sociaal contact".

totalPoints

Totaalscore voor de volwassene inzake vermindering zelfredzaamheid.

Het resultaat is de som van criterium 1 tot en met 5 (oude wet) of criterium 1 tot en met 6 in de nieuwe wet.

diminuationEarnings

Is er erkenning van de vermindering van het verdienvermogen tot één derde of minder?

@isRecognizedFromBeforePensionAge

Is deze score reeds van toepassing van voor de pensioengerechtigde leeftijd?

unsuitability

Percentages mentale en/of fysieke invaliditeit.

mentalUnsuitability

Percentage mentale invaliditeit.

Gegeven relevant voor toepassing oude wetgeving. De gewone tegemoetkoming hangt in grote lijnen samen met fysieke handicap in de oude regeling. De gewone tegemoetkoming wordt in de oude regeling toegekend aan niet gepensioneerden.

physicalUnsuitability

Percentage fysieke invaliditeit.

Gegeven relevant voor toepassing oude wetgeving. De bijzondere tegemoetkoming hangt in grote lijnen samen met mentale handicap en andere niet fysieke aspecten in de oude regeling. De gewone tegemoetkoming wordt in de oude regeling toegekend aan niet gepensioneerden.

decisionStatus

Zie Gemeenschappelijke onderdelen

rights

Het recht of de rechten die op een bepaald moment geldig zijn.

Dit blok is niet aanwezig in twee gevallen. Ofwel is het niet gevraagd in de criteria, ofwel is het niet aanwezig bij DGPH.

period

Periode waarbinnen de persoon het recht heeft op een tegemoetkoming.

beginDate

Datum waarop het recht op een tegemoetkoming ingaat.

Een persoon kan een erkenning van een handicap hebben, zonder een recht op een tegemoetkoming te openen.

Of iemand recht heeft op een tegemoetkoming wordt bepaald door de DG Personen met een handicap op grond van de toe te passen wetgeving. Het is niet omdat een handicap erkend is, dat er ook automatisch een recht op tegemoetkoming is.
Formaat = JJJJ-MM-DD

endDate

Datum waarop het recht op een tegemoetkoming eindigt.

Gegeven relevant voor toepassing oude wetgeving. Gegeven zal niet ingevuld zijn voor lopende rechten. Indien het recht is afgesloten zal wel een einddatum ingevuld worden.
Formaat = JJJJ-MM-DD

legislation

Geeft aan welke reglementering van toepassing is.

totalMonthAmount

Het geïndexeerde totale maandelijks bedrag van de tegemoetkomingen (dit bedrag bevat de som van IVT en IT), uitgedrukt in prijzen van de maand i.e. na toepassing van de van toepassing zijnde index.

Gegeven relevant voor bepaling IVT/IT-uitkering en THAB-uitkering.

Gegeven relevant voor toepassing oude wetgeving.

Binnen de wetgeving Personen met een handicap wordt alles uitgedrukt in jaarbedragen. Voor de bepaling van de uitkering wordt eerst een theoretisch jaarbedrag bepaald, op basis van de regels die van toepassing zijn voor een individu.

Het maandbedrag dat wordt uitbetaald, wordt afgeleid van het jaarbedrag, door het jaarbedrag te delen door 12.
Bedrag met twee decimalen.

monthAmount

Het geïndexeerde maandelijks bedrag in euro van de integratietegemoetkoming (IT), uitgedrukt in prijzen van de maand i.e. na toepassing van de van toepassing zijnde index.

Gegeven relevant voor bepaling IVT/IT-uitkering.

Om het bedrag van IVT te bekomen, dient men totalMonthAmount te verminderen met monthAmount.

Bedrag met twee decimalen.

categoryIVT

Categorie van toepassing voor de inkomensvervangende tegemoetkoming.

Gegeven relevant voor bepaling IVT-uitkering.

Afhankelijk van de gezinstoestand van de persoon met een handicap wordt een categorie bepaald voor de inkomensvervangende tegemoetkoming.

Voor de toepassing van de wet moet worden verstaan onder:

1° categorie A : de personen met een handicap die niet behoren tot categorie B, noch tot categorie C;

2° categorie B : de personen met een handicap die:

• ofwel alleen wonen;

• ofwel sedert ten minste drie maanden dag en nacht in een verzorgingsinstelling verblijven en voorheen niet tot categorie C behoorden

3° categorie C : de personen met een handicap die: