Acceptatiecriteria
Vooraleer effectief gebruik kan gemaakt worden van de diensten uit het MAGDA-dienstenaanbod op de verschillende omgevingen moet je een aansluitingsprocedure doorlopen. Voor de aangevraagde diensten vrijgegeven worden in productie worden er door het MAGDA-team eerst enkele controles gedaan om na te gaan of er bij het testen voldaan is aan de vereisten in het kader van logging en informatieveiligheid.
Uitgevoerde controles
Als je als afnemer de nodige testen hebt uitgevoerd, kan je via de Service desk vragen om de diensten open te stellen op de productieomgeving (via de knop ‘vraag ivm lopende aansluiting’).
Vooraleer de diensten kunnen opgesteld worden in deze productieomgeving zal er steeds gecontroleerd worden of de MAGDA-diensten gebruikt worden volgens de vooropgestelde MAGDA-acceptatievereisten.
Hiervoor zal MAGDA een veiligheidsaudit uitvoeren en de uitgevoerde acceptatietesten controleren en valideren. Het resultaat is een MAGDA-controlerapport wat de basis is van een GO of NO GO advies voor productie.
Pas na positieve validatie worden de toegangen in de productieomgeving geactiveerd.
Onderstaande tabel toont een overzicht van de controles die uitgevoerd worden vooraleer de diensten in de productieomgeving worden geconfigureerd.
Voor de specificaties zoals in onderstaande tabel beschreven met betrekking tot de MAGDA documentendienst, zie ook: Werking en overzicht uitzonderingen MAGDA RESTful services
Controle | Criteria |
---|---|
Controle Aantal Oproepen | Minimum 50 vragen per dienst is vereist |
Controle unieke refertes over oproepen | Aantal verschillende refertes in een request moet overeenstemmen met aantal oproepen. Het is dus niet de bedoeling steeds dezelfde referte in de request te gebruiken. De MAGDA-diensten vereisen normaliter twee refertes bij iedere vraag :
Deze beide refertes dienen uniek te zijn voor iedere vraag op basis van een zelf door de doelpassing te bepalen algoritme. In geval van veiligheidsaudit en/of wettelijke opvragingen kan er eventuele bijkomende informatie opgevraagd worden bij de afnemer aan de hand van deze refertes over de specifieke business transactie van de MAGDA-doeltoepassing. De MAGDA-referte in 2.0 diensten is uitgebreid tot 32 karakters zodat er een UUID kan gebruikt worden voor de unieke referte. Op die manier moet men niet zelf een uniek referte algoritme opstellen. Voor de MAGDA documentendienst betreft het verzendingen met een uniek X-Correlation-Id. |
Controle opvulling parameters Context – tijdstip | <context><Tijdstip> parameters correct opgevuld met actuele tijdstippen
Voor MAGDA documentendienst: Date uit de HTTP header |
Controle opvulling parameters Context – afzender | <context><Afzender> parameters correct opgevuld
Voor MAGDA documentendienst (HTTP header info):
|
Controle opvulling parameters Context – ontvanger Manuele controle logs | <context><Ontvanger> parameters correct opgevuld. Deze elementen moeten niet ingevuld worden. De vraag wordt immers steeds naar MAGDA gestuurd; de referte kan toch niet ingevuld worden; de MAGDA-referte is niet bekend bij de afnemer op het moment dat deze de vraag stelt. De “Ontvanger” elementen zijn alleen nuttig voor het antwoord. Mogelijk zal de “Ontvanger” in de vraag later nog gebruikt worden in geval berichten moeten gerouteerd worden via MAGDA naar andere ontvangers.
|
Controle aantal geteste fouten (typeantwoord) | Minimum aantal geteste fouten is vereist (minimum is afhankelijk per dienst) |
Controle aantal gebruikte inhoud criteria | Minimum 25 verschillende criteria bij oproepen is vereist |
Voor vragen of opmerkingen kan u de MAGDA helpdesk contacteren
De MAGDA Gebruikersomgeving is een officiële website van de Vlaamse overheid
uitgegeven door Digitaal Vlaanderen