• GEVALIDEERD
  • Document toolboxDocument toolbox


    Digitaal Vlaanderen | Team Informatieveiligheid (TIV)

    IM_PH.03

    Implementatiemaatregel

    • Luchtbehandeling van kritische ruimtes:

      • De luchtbehandeling van ruimtes met kritische ICT apparatuur MOET onafhankelijk zijn van de overige ruimtes.

      • Het risico van aanzuiging van gevaarlijke stoffen MOET beperkt worden.

      • Er MOET een mogelijkheid zijn om bij alarmering de luchtventilatie handmatig uit te schakelen.

    • Branddetectie en -melders:

      • Er MOET detectieapparatuur en automatische (en handmatige) brandmelders aanwezig zijn in kritische ruimtes, inclusief onder verhoogde vloeren en boven verlaagde plafonds, en in ruimtes met hoge brandveiligheidseisen.

      • Regelmatige controles MOETEN plaatsvinden om de werking van de detectieapparatuur te waarborgen.

      • De detectieapparatuur MOET voorzien zijn van een eigen noodstroomvoorziening.

      • Instructies MOETEN aanwezig zijn die aangeven hoe te handelen in geval van brand.

    • Vochtdetectie:

      • In kritische ruimtes (wanden, vloeren en plafonds) MOGEN GEEN leidingen voor het transport van water of andere vloeistoffen aanwezig zijn, met uitzondering van brandblusapparaten.

      • In de directe omgeving van kritische apparatuur MOETEN vochtdetectors met automatische detectie en alarmering aanwezig zijn.

    • Rookverbod:

      • Het wettelijk rookverbod in alle gebouwen van de organisatie, inclusief alle kritische ICT ruimtes MOET worden nageleefd.

    • Gebruik van brandwerende materialen:

      • Bij de bouw en inrichting van kritische ICT ruimtes MOETEN materialen gekozen worden die brand- en rookontwikkeling beperken.

      • Er MOET aandacht geschonken worden aan brandwerende scheidingen.

    • Bliksemafleiders:

      • Bliksemafleiders MOETEN geïnstalleerd worden om schade door blikseminslag zoveel mogelijk te voorkomen.

    • Automatisering en opvolging van beveiliging:

      • De bestaande beveiliging MOET zoveel mogelijk geautomatiseerd worden.

      • Apparatuur voor het detecteren van schade, zoals brand, wateroverlast en stroomuitval, MOET geïnstalleerd worden.

      • De reactie-procedures op gedetecteerde schade MOETEN geautomatiseerd worden.

    • Periodieke inspectie van beveiligingsmaatregelen:

      • Beveiligingsmaatregelen MOETEN periodiek geïnspecteerd worden, bijvoorbeeld op initiatief van de brandweer en verzekeringsmaatschappijen.

    Onderwerp

    Omgevingsdreigingen

    Informatieklasse

    1 2 3 4 5

    BIV

    BESCHIKBAARHEID INTEGRITEIT VERTROUWELIJKHEID

    Type maatregel

    PREVENTIEF

    Cybersecurityconcept

    BESCHERMEN

    Beleidsdomein

    ISO 27001:2022

    Filter by label

    There are no items with the selected labels at this time.

    Dreigingen

     

    Dit is een document voor publiek gebruik.