Criterium 4: functioneel zelfstandig
De informatie op deze pagina wordt niet meer onderhouden. De inhoud is gepubliceerd in het document “Procedure Afbakening Gebouweenheden”, te vinden op https://www.vlaanderen.be/digitaal-vlaanderen/onze-oplossingen/gebouwen-en-adressenregister/gebruik-en-achtergrondinformatie .
Criterium | Is de ruimte functioneel zelfstandig? |
---|---|
Toelichting
| De ruimte moet functioneel zelfstandig zijn. Dit betekent dat de eenheid functioneel blijft ook als andere ruimtes verdwijnen of een ander gebruiksdoel krijgen. Dit is bijvoorbeeld het geval voor een vrijstaande garage bij een eengezinswoning, een opslagplaats, een fietsenberging, sanitaire blokken, loodsen, landbouwschuur…
|
Uitgangspunt: de ruimte heeft een eigen gebruiksdoel, los van andere gebouweenheden. RESIDENTIEEL
Een klassiek voorbeeld is een eengezinswoning met een garage heeft in een ander gebouw. De garage dient exclusief als ondersteuning aan het gebruiksdoel wonen van de eengezinswoning en heeft geen eigen gebruiksdoel. Deze ruimte zal dan geen zelfstandige functie kunnen uitoefenen en voorzien we dus niet van een gebouweenheid.
Andere voorbeelden zijn fietsenstallingen, opslagplaatsen, loodsen… die enkel ter ondersteuning dienen van een ander gebouweenheid.
Deze functionele zelfstandigheid kan veranderen in tijd. Als een garage bijvoorbeeld een andere gebruiksdoel krijgt (bv. wordt ingericht als een industrieel bedrijf) zal deze functioneel zelfstandig worden en zijn ondersteunende functie verliezen aan het gebruiksdoel wonen van de eengezinswoning.
De gebouwen in onderstaande lijst hebben meestal een ondersteunende functie en zijn dan niet functioneel zelfstandig:
Gebruik van gebouw | Omschrijving |
---|---|
Tuinhuis | Dus kleinschalige bergingen, geen tuinhuizen met functionele zelfstandigheid of installaties zoals hobbyruimte, sportruimte, praktijkruimte, … |
Autostalplaats | Bv. een losstaande garage aan een woonhuis. Een commercieel uitgebate parkeertoren kan wel functioneel zelfstandig zijn. Garages die omgebouw zijn tot sportruimte, praktijkruimte kunnen ook functioneel zelfstandig zijn. |
Berging |
|
Poolhouse |
|
Toiletten | Bv. toiletgebouwen op een scholen- of ziekenhuiscampus zonder andere functies in het gebouw. Een publiek toiletgebouw in een stad kan wel zelfstandig zijn. |
Elektriciteitscabines |
|
Opslagplaats, loods, stal,… |
|
Fietsenstalling | Wordt dus exclusief gebruikt voor het plaatsen van fietsen, het heeft geen andere functies. |
Variant 1: scholencampus / ziekenhuissites / cultuursites NIET-RESIDENTIEEL
Sites die als gebruiksdoel “Gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen” hebben, hebben vaak meerdere gebouwen op een site staan. Wanneer er ‘ondersteunende’ gebouwen aanwezig zijn, is het niet altijd eenduidig te zeggen aan welk gebouw deze ondersteunend zijn. Bv. op een scholencampus kan een faculteit in een ander gebouw wel functioneel zelfstandig functioneren, ook al gebruiken ze een gedeeld sanitair gebouw.
Hierdoor voorzien we de uitzondering dat alle gebouwen met als gebruiksdoel “Gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen” die niet ondersteunend zijn hun eigen gebouweenheid krijgen. De ‘ondersteunende’ eenheden zoals garages, opslagplaatsen, fietsenstallingen, loodsen… krijgen geen eigen gebouweenheid.
Praktijkvoorbeelden
Voorbeeld | Context | Resultaat |
---|---|---|
Gebroeders Desmetstraat 1 Gent - Technologiecampus Gent
| Een campus met verschillende schoolgebouwen. Elk gebouw heeft een eigen afsluitbare toegang, maar voor elk gebouw is de functionele zelfstandigheid moeilijk te bepalen. Een gebouw kan op zich zelf de activiteiten uitvoeren van onderwijs. Zo kan een universitaire campus uit verschillende faculteiten bestaan welke allen op zich staan. | 1 gebouweenheid per schoolgebouw. Eventuele fietstallingen, opslagplaatsen, sanitaire blokken krijgen geen gebouweenheid aangezien deze wel als ondersteunend blijven aanzien worden aan de schoolgebouwen. Opmerking: voor een scholencampus geldt een uitzondering op het exclusief gebruik van toiletten, zie https://vlaamseoverheid.atlassian.net/wiki/spaces/AGB/pages/6643843147 voor meer info. |
UZ Gent
| Een ziekenhuissite kan verschillende gebouwen bevatten, elk kunnen ze zelfstandig hun functie uitoefenen. Het is niet altijd te bepalen of een gebouw een ondersteunende functie heeft, zelfde argumentatie geldt hier als voor de scholencampus. | 1 gebouweenheid per ziekenhuisgebouw. Eventuele fietstallingen, afvalverwerking, electriciteitscabines krijgen geen gebouweenheid aangezien deze wel als ondersteunend blijven aanzien worden aan de ziekenhuisgebouwen. |
Cultuursite Bijloke Gent
| Een site gebruikt voor cultuur met verschillende gebouwen (ook bergingen en electriciteitscabines aanwezig) | 1 gebouweenheid per gebouw. De bergingen en electriciteitscabines blijven ondersteundend aan de site en krijgen geen gebouweenheid. |
Schoolgebouw Keerbergen - gebouw gebruikt door verschillende onderwijskoepels
| Schoolgebouwen kunnen door verschillende onderwijskoepels in gebruik zijn. Er is geen fysieke scheiding in het gebouw en lokalen kunnen onderling verdeeld worden onder de onderwijskoepels. Hierdoor is er geen duidelijke eenheid in gebruik en overlap mogelijk. | 1 gebouweenheid voor het schoolgebouw. Indien er verschillende ingangen zijn per onderwijskoepel dan kunnen de adressen gekoppeld worden aan één gebouweenheid onder reden van maatschappelijk belang (zie BestAdd). In het voorbeeld kunnen G12 en G13 afhankelijk van het gebruiksdoel ook een aparte gebouweenheid krijgen, bijvoorbeeld als ze ook gebruikt worden voor ‘les geven’. |
Variant 2: Eénzelfde bedrijf met kantoor en aparte gebouwen voor productie NIET-RESIDENTIEEL
Een bedrijfsterrein kan voor één bedrijf uit verschillende productiehallen en kantoorgebouwen bestaan. Hier bepalen we één gebouweenheid per kantoorgebouw en 1 voor elke productiehal.
Een productiehal wordt niet aanzien als ondersteunend, maar is functioneel zelfstandig.
Praktijkvoorbeelden
Voorbeeld | Context | Resultaat |
---|---|---|
Arcelor Mittal Gent
| Een bedrijfssite met verschillende productiehallen en opslagruimtes |
|
Variant 3 Eénzelfde bedrijf met hallen of stallen NIET-RESIDENTIEEL
Een bedrijf (industrie of landbouw) kan over verschillende percelen gebouwen hebben, elk met hun eigen afsluitbare toegang die als ondersteunend aan het gebruiksdoel van een gebouweenheid worden aanzien. We voorzien voor deze ondersteunende ruimtes geen aparte gebouweenheid.
Praktijkvoorbeelden
Voorbeeld | Context | Resultaat |
---|---|---|
Etbos 8 - Moerbeke-Waas
| Een landbouwbedrijf/woning waarbij de stallen in aparte gebouwen zitten en op nabijgelegen percelen. | 1 gebouweenheid voor de woning/landbouwbedrijf. De stallen krijgen geen gebouweenheid. |
Kantoor en loods in 2 gebouwen - Kapelleweg in Haacht
| Een loods met eigen afsluitbare toegang (links) hangt aan een kantoor (rechts). Vanuit de loods is er geen toegang tot het kantoor zoals duidelijk is uit het grondplan. De loods wordt gebruikt voor de opslag van materiaal en voertuigen van de gemeente. Het kantoorgedeelte is de administratieve achterban van de loods en wordt enkel gebruikt door de gemeente. | 1 gebouweenheid voor het kantoor. Een loods is ondersteunend en krijgt geen gebouweenheid. |
Variant 4: verschillende functionele zelfstandige eenheden binnen het gebouw of gebouwen op terrein NIET-RESIDENTIEEL
Praktijkvoorbeelden
Voorbeeld | Context | Resultaat |
---|---|---|
Watermolenstraat 2 Aalter - verschillende gebouwen op 1 terrein
| 3 gebouwen op 1 terrein:
Maar natuurlijk komt het voor dat er een opleiding wordt georganiseerd in het congrescentrum en dat de deelnemers ’s middags gaan eten in het restaurant en mogelijks blijven overnachten. Dat maakt het geheel echter niet dienstbaar aan elkaar. Ze staan toevallig op dezelfde site. | 3 gebouweenheden (1 per gebouw). De 3 gebouwen kunnen elk hun gebruiksdoel zelfstandig uitoefenen. |
| Een gebouw bestaat uit een woning en een B&B. Beiden in één gebouw maar elk een eigen afsluitbare toegang via de openbare weg, erf of centrale circulatieruimte.
| 3 gebouweenheden:
|
Variant 5: Ondersteunende, nabijgelegen gebouweenheden
We zien veel gebouw die ter ondersteuning zijn van het gebruiksdoel van een gebouweenheid in een ander gebouw. In de praktijk zullen deze ondersteunende gebouwen geen gebouweenheid krijgen.
Praktijkvoorbeelden
Voorbeeld | Context | Resultaat |
---|---|---|
Tennishal + winkel + cafetaria (Kouterlosstraat 125)
| Op het terrein zijn 3 gebouwen aanwezig:
Gebouw 1 en gebouw 2 liggen tegen elkaar maar je moet wel langs buiten gaan om de andere gebouwen te betreden.
| 2 gebouweenheden. De tennishal valt onder gebruiksdoel “Dagrecreatie, met inbegrip van sport”, de cafetaria onder gebruiksdoel “Dancing, restaurant en café“. De winkel heeft geen gebouweenheid door afwezigheid basisvoorziening (toilet).
Als er toch een doorgang is tussen de winkel en de tennishal, blijft het toch 1 gebouweenheid voor beide. |
| de kantine kan als gebouweenheid met gebruiksdoel Café / restaurant aangeduid worden maar de toiletten bevinden zich in een ander gebouw op het terrein | 1 gebouweenheid voor de kantine onder gebruiksdoel “Dagrecreatie, met inbegrip van sport” |