Document toolboxDocument toolbox

Criterium 2: eigen afsluitbare toegang

De informatie op deze pagina wordt niet meer onderhouden. De inhoud is gepubliceerd in het document “Procedure Afbakening Gebouweenheden”, te vinden op https://www.vlaanderen.be/digitaal-vlaanderen/onze-oplossingen/gebouwen-en-adressenregister/gebruik-en-achtergrondinformatie .

Criterium

Wordt de ruimte ontsloten via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde circulatieruimte?

Toelichting

 

image-20240307-080431.png

 

Ontsloten: De ruimte moet bereikbaar/toegankelijk zijn via een eigen afsluitbare toegang via een openbare weg, erf of gedeelde circulatieruimte.

Eigen: een gebouweenheid moet toegankelijk zijn via één of meerdere eigen afsluitbare toegangen. Tussendeuren worden niet gehanteerd in dit criterium waardoor enkel ‘eigen’ toegangen tot de specifieke gebouweenheid in aanmerking komen.

Afsluitbaar: Van zodra een deur of poort die als toegang kan dienen aanwezig is kunnen we spreken over afsluitbaar. De aanwezigheden van een slot, badgelezer,… heeft hier geen invloed op.

 

Verduidelijking:

Tussendeuren: een tussendeur is een binnendeur tussen 2 ruimtes die geen circulatieruimtes zijn, dus deze worden niet meegenomen in dit criterium. Een tussendeur zorgt voor interne circulatie binnen het gebouw en voor een samenhang in gebruik (zie criterium 3)

Afsluitbare gedeelde circulatieruimte: de bepaling dat een ruimte toegankelijk moet zijn via een gedeelde circulatieruimte is hier belangrijk. Of deze circulatieruimte al dan niet afsluitbaar is nemen we niet mee in het criterium.

Nooduitgang: we spreken in de afbakening over een hoofdingang van de ruimte, nooduitgangen worden niet aanzien als eigen afsluitbare toegang.

Toegangsdeur enkel voor logistieke redenen: Dit is geen hoofdingang, dus geen eigen afsluitbare toegang die zorgt dat het gebruiksdoel voor die ruimte kan ingevuld worden.

Passerelle tussen 2 gebouwen:

  • Als beide gebouwen die verbonden worden met een passerelle apart toegankelijk zijn, worden de gebouwen aanzien als 2 aparte gebouwen en gaan ze elk hun eigen afbakening hebben voor gebouweenheden.

  • Als 1 van beide gebouwen enkel toegankelijk is via de passerelle, worden beide gebouwen aanzien als 1 gebouw. De afbakening van de gebouweenheden blijft de gewone regels volgen:

    • Als de passerelle uitkomt op een gedeelde circulatieruimte, kunnen aparte gebouweenheden nodig zijn.

    • Als de passerelle niet uitkomt op een gedeelde circulatieruimte, kan deze ook niet leiden tot aparte gebouweenheden.

  • De passerelle zelf wordt niet aanzien als gebouweenheid

 

Uitgangspunt: eengezinswoning

Voor een gebouw waarbij één eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, erf of een gedeelde circulatieruimte beschikbaar hanteren we een gebouweenheid. Deze gebouweenheid zal verder in de afbakening voor gebouweenheden nog worden geëvalueerd naar samenhangend gebruik, basisvoorzieningen (criterium 3) en functionele zelfstandigheid (criterium 4).

Praktijkvoorbeelden

Voorbeelden

Context

Resultaat

Voorbeelden

Context

Resultaat

image-20240403-085349.png

Eengezinswoning met een eigen afsluitbare toegang tot de openbare weg.

De binnenruimten hebben een samenhangend gebruik met gebruiksdoel wonen, basisvoorzieningen zijn aanwezig zoals de keuken, badkamer en toilet (exclusief).

1 gebouweenheid.

Variant 1: ruimtes fysiek gescheiden binnen in één gebouw RESIDENTIEEL

Binnen één gebouw kunnen verschillende ruimtes, elk toegankelijk via een eigen afsluitbare toegang, aanwezig zijn. Hierdoor hanteren we 2 aparte gebouweenheden.

Opmerking:

  • Voor deze situatie dient rekening gehouden worden met de afbakeningsregels van een gebouw zodat er geen verschillende gebouwen moeten gehanteerd worden door de aanwezigheid van een scheidingsmuur zonder doorgangen.

 

Praktijkvoorbeelden

Voorbeelden

Context

Resultaat

Voorbeelden

Context

Resultaat

 

 

Een gebouw is onderveeld in een praktijk en eengezinswoning. Er is een fysieke scheiding tussen de 2 functionele eenheden (woning en praktijk).

3 gebouweenheden:

  • Gebouweenheid voor de praktijk

  • Gebouweenheid voor de woning

  • Gemeenschappelijk deel (automatisch aangezien 2 gebouweenheden binnen het gebouw)

Variant 2: woonzorgcentra, studentenresidenties,… RESIDENTIEEL

Een woonzorgcentrum en studentenresidenties worden in regel als één gebouweenheid gezien.

Indien er andere ruimtes zoals appartementen, studio’s, kapperszaak, kinderopvang, kinepraktijk… aanwezig zijn, kunnen deze wel in aanmerking voor een gebouweenheid (afhankelijk van de andere criteria).

Praktijkvoorbeelden

Voorbeeld

Context

Resultaat

Voorbeeld

Context

Resultaat

woonzorgcentrum met assistentieflats

 

Binnen het gebouw bevinden zich verschillende flats, elk met een keuken, sanitair en douche. Er worden ook andere ruimtes gedeeld van het wzc (bv. toiletten,…).

  • 1 gebouweenheid voor het wzc

  • De assistentieflats krijgen aparte gebouweenheden omdat ze toegang hebben tot een gedeelde corculatieruimte.

Sint-Amandsplein 7 Grimbergen

 

Een wzc waarbij 2 assistentieflats aanwezig zijn op het gelijkvloers maar enkel bereikbaar via een centrale gang. De 2 assisitentieflats hebben een douche en toilet. Een keuken is niet aanwezig (enkel een kast)

De centrale gang geeft toegang tot gedeeld sanitair.

Het gebouw bevat rechts op het gelijkvloers ook nog 3 commerciële ruimtes met elk hun eigen afsluitbare ingang, maar zonder toilet (gedeeld toilet).

1 gebouweenheid voor het wzc

Opm:

  • De assistentieflats zouden aparte gebouweenheden kunnen zijn omdat ze uitkomen op een gedeelde circulatieruimte. In crterium 3 zullen we zien dat ze toch uitgesloten worden wegens het ontbreken van de nodige basisvoorzieningen.

  • De commerciële ruimtes zouden aparte gebouweenheden kunnen zijn omdat ze een eigen uitgang hebben. In criterium 3 zullen we zien dat ze toch uitgesloten worden wegens het ontbreken van de nodige basisvoorzieningen.

Bulskampstraat 39 Veurne

 

 

Een wzc waar assistentieflats aanwezig zijn op de verdiepingen. Op het gelijkvloers bevinden zich gemeenschappelijke ruimtes, secretariaat, toiletten,….

De flats hebben een keuken, toilet en douche aanwezig

1 gebouweenheid voor het wzc (samen met de kamers) en 1 per assistentieflat.

  • De assistentieflats hebben immers een eigen afsluitbare toegang tot een gedeelde circulatieruimte.

WZC Edouard Remy

 

In een woonzorgcentrum zijn 4 extra studentenkamers aanwezig.

  • 1 gebouweenheid voor het wzc

  • De kamerwoningen zouden volgens dit criterium aanzien kunnen worden als aparte gebouweenheden omdat ze een eigen afsluitbare toegang hebben tot de gedeelde circulatieruimte. In criterium 3 zullen we zien dat ze toch uitgesloten worden wegens het ontbreken van de nodige basisvoorzieningen.

Variant 3: Kamerwoningen RESIDENTIEEL

Kamerwoningen zijn een specifieke situatie waarin minstens één van de gedeelde basisvoorzieningen (toilet, keuken of badkamer) niet aanwezig zijn. Zie voor de definitie VCRO Artikel 1.3 - kamer (VCRO artikel 1.3)

Deze kamerwoningen voldoen dus niet aan de vereiste van de basisvoorzieningen en vormen dus geen aparte gebouweenheid binnen het gebouwenregister.

Praktijkvoorbeelden

Voorbeeld

Context

Resultaat gebouweenheid

Voorbeeld

Context

Resultaat gebouweenheid

Brabanconnestraat 80 Leuven

 

Een gezinswoning met 1 aparte kamerwoning waar de badkamer gedeeld wordt. Er is dus één afsluitbare toegang voor het gebouw.

  • 1 gebouweenheid voor de gezinswoning

  • De kamerwoning zouden volgens dit criterium aanzien kunnen worden als aparte gebouweenheid omdat ze een eigen afsluitbare toegang heeft tot de gedeelde circulatieruimte. In criterium 3 zullen we zien dat het toch uitgesloten worden wegens het ontbreken van de nodige basisvoorzieningen (met de gedeelde badkamer).

 

 

Een gebouw met 1 handelsruimte, 4 kamers en 4 studio’s

Centrale circulatieruimtie is beperkt tot het gelijkvloers voor de handelsruimte en gebouweenheid wonen.

Tussen de inkomhal en de gang naar de trap bevindt zich een afsluitbare toegang.

7 gebouweenheden:

  • 1 gebouweenheid voor de handelsruimte

  • 1 gebouweenheid voor de 4 kamerwoningen samen en gemeenschappelijke keuken (collectief wonen).

  • 4 gebouweenheden voor de sturdio’s. Deze ruimtes hebben een eigen afsluitbare toegang via een gedeelde circulatieruimte.

  • 1 gemeenschappelijk deel (automatisch aangemaakt)

 

 

Eén gebouw met 1 studio en 5 kamers

  • 1 gebouweenheid voor en kamers (collectief wonen)

    • Deze heeft een eigen afsluitbare toegang ontsloten via een openbare weg of erf.

    • Voor de eenheid zijn de basisvoorzieningen aanwezig (al dan niet gedeeld)

  • 1 gebouweenheid voor de studio, wegens het aanwezig zijn van een gedeelde circulatieruimte.

Studentenresidentie - Brusselsestraat 161 Leuven

 

 

Een studentenresidentie, met eigen afsluitbare toegang, bestaat uit 206 kamers met toegang tot restoruimte en sanitaire ruimtes. Binnen hetzelfde gebouw zijn er ook 5 appartementen voorzien.

7 gebouweenheden:

  • 1 voor de kamers (gelijkaardig aan ziekenhuis, wzc,…)

    • Opmerking: indien deze meerdere afsluitbare toegangen zouden hebben (door compartimentering) zijn er theoretisch meerdere eenheden mogelijk. Voor cases zoals deze bij wzc, ziekenhuizen, studentenresidenties) hanteren we echter als regel 1 eenheid omdat deze als ‘eenheid’ in samenhangend gebruik aanzien worden. Zie criterium 3 voor verdere toelichting.

  • 5 appartementen

    • We voorzien voor de apartementen een eigen afsluitbare toegang via een gedeelde circulatieruimte.

  • 1 gemeenschappelijk deel (automatisch aangemaakt)

Variant 4: Ziekenhuizen / schoolgebouwen NIET-RESIDENTIEEL

Een ziekenhuis en schoolgebouw worden in regel als één gebouweenheid gezien. Deze kunnen meerdere eigen afsluitbare toegangen hebben, maar voor deze gebouwen hanteren we 1 gebouweenheid.

Praktijkvoorbeelden

Voorbeelden

Context

Resultaat

Voorbeelden

Context

Resultaat

Ziekenhuis Temse

 

Eén gebouw met verschillende kamers en ruimtes, eigen afsluitbare toegang

1 gebouweenheid

Schoolgebouw Ronse

 

Eén gebouw met verschillende kamers en ruimtes, eigen afsluitbare toegang

1 gebouweenheid

 

Variant 5: commerciële centra met (afsluitbare) gedeelde circulatieruimte NIET-RESIDENTIEEL

Een winkelcentrum wordt veelal ingericht met een gedeelde circulatieruimte die op zich ook afsluitbaar is. We kijken hier naar de definitie van ‘eigen afsluitbare toegang’ van de gebouweenheid voor een winkel, welke los staat van afsluitbare toegang van de gedeelde circulatieruimte.

In de praktijk is de toegang van zo een gedeelde circulatieruimte moelijk te bepalen (openingsuren, badgesysteem…), waardoor we dus blijven focussen op de eigen afsluitbare toegang van de winkels en de basisvoorzieningen (zie Criterium 3: Samenhangend gebruik en basisvoorzieningen)

 

 

Praktijkvoorbeelden

Voorbeeld

Context

Resultaat

Voorbeeld

Context

Resultaat

Winkelcentrum Rootenstraat 8, 3600 Genk

 

Het shoppingscentrum vormt één gebouw. De meeste units in het winkelcomplex hebben enkel een toegang langs binnen, via de gedeelde circulatieruimte. Aangezien deze gedeelde toiletten heeft, wordt deze niet meer aanzien als gedeelde circulatieruimte.

Enkele eenheden hebben ook een rechtstreekse toegang langs buiten. Het winkelcomplex omvat zowel horecazaken als handelsruimtes.

We dienen echter wel extra rekening te houden met de aanwezigheid van een toilet als exclusief gebruik door een gebouweenheid. Hierdoor vermijden we dat tijdelijke ‘pop-up’ winkels zonder eigen toilet toch een eigen gebouweenheid krijgen.

n gebouweenheden:

  • n gebouweenheden per winkelunit welke een eigen afsluitbare toegang hebben langs buiten.

  • 1 gemeenschappelijk deel voor het gebouw.

 

Variant 6: kantoren met eigen afsluitbare toegang NIET-RESIDENTIEEL

Kantoren kunnen in een gebouw een duidelijk aanduidbare eigen afsluitbare toegang hebben via een gedeelde circulatieruimte. Als deze kantoren elk de basisvoorzieningen hebben kan een aparte gebouweenheid voor die kantoren voorzien worden.

Praktijkvoorbeelden

Voorbeelden

Context

Resultaat

Voorbeelden

Context

Resultaat

Gaston Crommelaan 2-14, 9000 Gent

 

Een kantoorgebouw heeft een gedeelde circulatieruimte welke toegang geeft tot kantoren in het gebouw.

Een kantoor heeft een eigen afluitbare toegang op de verdieping en de kantoorruimtes achter deze afsluitbare toegang heeft een toilet en keuken ter beschikking.

n gebouweenheden: