Componenten bewerken

De eigenschappen van een component aanpassen

1. Beweeg met de cursor over de component en klik op het Steeksleutel-icoon om de component aan te passen.
   
   

   Open

   

    

2. In het Properties-paneel kunt u de Titel aanpassen of de Titel verbergen.
   
   

   Open

   

    

3. Bewerk eventueel de Placeholder-tekst.
   
   

4. Om een veld verplicht te maken, vink de optie Verplicht veld aan (Required field). Voeg eventueel een boodschap toe, bijv. “Let op: dit is een verplicht veld.”
   
   

5. Klik op het vinkje om de wijzigingen op te slaan.
   
   

De helpteksten van een component aanpassen

1. Selecteer de component en klik op het Steeksleutel-icoon.

2. In het Properties-paneel, seleceer de tab “Help content”

3. Er is een “Short description” en “Long description”

   1. De Short description wordt getoond als tekst onder de titel van de component

   2. De Long description wordt getoond als een icoontje “i” dat bij hover de tekst toont

   3. Als er een Long description is wordt de Short description niet getoond, tenzij je aanvinkt “Always show short description”

4. Als je met de cursor in de “Short description” gaat staan, komen er extra iconen te voorschijn

Met het meest rechtse icoon kan je een apart venster openen om extra layout toe te voegen aan de helptekst. (nieuwe lijn beginnen, hyperlink toevoegen, etc)

Een component kopiëren

1. Beweeg met de cursor over de component om te kopiëren en klik op het Kopiëren-icoon.
   
   

2. Beweeg vervolgens met de cursor over de component waarboven de gekopieerde component moet geplakt worden en klik op het Plakken-icoon.
   
   

Een component vervangen

1. Beweeg met de cursor over de component om te vervangen.

2. Klik op het beletselteken (…) en vervolgens op Vervang.
   
   

3. Kies een andere component uit de lijst of zoek ernaar door een zoekwoord te typen naast het vergrootglas-icoon:
   
   

Een component verbergen

Om een component of de titel van een component niet meteen zichtbaar te maken, maar bijv. alleen wanneer een vraag is beantwoord, ga als volgt te werk:

1. Selecteer de component om te verbergen en klik op het Steeksleutel-icoon.
   
   

2. In het Properties-paneel zet een vinkje bij Verberg object (Hide object) om de component onzichtbaar te maken.
   
   

3. Klik op het vinkje om de wijzigingen op te slaan.
   
   

De titel van een component verbergen

Elke component heeft standaard een titel, die kan worden verborgen op het formulier.

1. Selecteer de component waarvan u de titel wilt verbergen en klik op het Steeksleutel-icoon.
   
   

2. In het Properties-paneel zet een vinkje bij Verberg titel (Hide title) om de titel te verbergen.
   
   

3. Klik op het vinkje om de wijzigingen op te slaan.
   
   

Een component verwijderen

1. Beweeg met de cursor over de component die u wilt verwijderen en klik op het Verwijder-icoontje.
   
   

2. Klik op Verwijderen (Delete) om de actie te bevestigen.
   
   

Keuzeknoppen aanpassen

U kunt keuzeknoppen aanbieden om de gebruiker een beperkte lijst met opties te bieden. Zowel de antwoordmogelijkheden als de titel van de keuzeknoppen zijn aan te passen.

1. Beweeg met cursor over de Ja/Nee-keuzeknoppen en klik op het Steeksleutel-icoon om de eigenschappen aan te passen.
   
   

2. In het Properties-paneel kunt u de Titel aanpassen en onder Items de keuzemogelijkheden ingeven. Gebruik hiervoor "Item 1", "Item 2", ... Zo geeft u de antwoorden correct door. Bijvoorbeeld:
   
   

3. Klik op het vinkje om de wijzigingen op te slaan.
   
   

De opmaak van tekstelementen aanpassen

Om vrije tekst te laten schrijven in het formulier, gebruikt u de Tekst-component. Voor die Tekst-component zijn er opties voor opmaak beschikbaar.

1. Beweeg met de cursor over de Tekst-component en klik op het Potlood-icoon.
   
   

2. Klik op het Maximaliseer-icoon om over te schakelen naar ‘fullscreen view’. Zo kunt u makkelijker uw tekst toevoegen en bewerken.
   
   

3. In de teksteditor kunt u de basisopmaak van de tekst beheren.
   
   

4. Klik op het Minimaliseer-icoon zodra de tekst is toegevoegd.
   
   

5. Klik op het vinkje om de wijzigingen op te slaan.
   
   

Een veld van een component verplicht maken

1. Selecteer de component om verplicht te maken en klik op het Steeksleutel-icoon.
   
   

2. In het Properties-paneel, vink de optie ‘Required field’ (Verplicht veld) aan.
   
   

3. Klik op het vinkje om de wijzigingen op te slaan.

Een tabel bewerken

1. Voeg de Tabel-component toe.

2. Om een rij toe te voegen, selecteer de volledige rij en klik vervolgens op het tabel-icoon met '+'-teken.
   
   

    

3. Om een rij te verwijderen, selecteer de volledige rij en klik vervolgens op het tabel-icoon met '-'-teken.

4. Om een kolom toe te voegen, selecteer een veld (bijv. Header), klik op het beletselteken (…) en klik vervolgens op Voeg een kolom toe.
   
   

5. Om een kolom te verwijderen, selecteer een veld (bijv. Header), klik op het beletselteken (…) en klik vervolgens op Verwijder een kolom.