Encryptie niet verplicht. Afscherming op niveau van organisatie d.m.v. fysieke en/of logische toegangsmaatregelen.
Alle maatregelen van Klasse 1 + Klasse 2 +
DAR
In een beschermde omgeving (d.w.z. een omgeving waar het veiligheidsbeheer onder Vo-controle is of de genomen maatregelen gekend zijn en als afdoende geacht worden door de Vo): afscherming op niveau functionele behoefte d.m.v. fysieke afscherming, logische toegangsbeveiliging. Enkel encryptie na risicoanalyse; en
In een onbeschermde omgeving (fysieke en logische toegangsmaatregelen niet afdoende en/of beveiligingsbeheer niet onder Vo-controle): encryptie voor de volledige verwerkingsketting: op opslagniveau, database (DB) of middleware …, werkposten, mobiele toestellen, back-up, ...
Veilige export buiten de organisatie (Veiligheidsbeheer niet onder controle van de Vo): encryptie op niveau transport indien netwerk niet beschermd is en terminatie op niveau vertrouwde infrastructuur (bv. in DMZ); en
Technische standaard:
Transport (TLS) protocol (system-to-system): wederzijdse authenticatie (2-way TLS);
Transport (TLS) protocol (client-server): wederzijdse authenticatie;
2-way TLS of;
1-way TLS + eIDAS substantiële authenticatie
Certificaten en sleutels implementatiecriteria
Controle op gebruik sterke versleuteling verplicht; en
Implementatie CAA en DNSSEC op DNS CAA-records.
Alle maatregelen van Klasse 1 + Klasse 2 + Klasse 3 +
DAR
Encryptie voor de volledige verwerkingsketting: op opslagniveau, database (DB) of middleware …, werkposten, mobiele toestellen, backup, ...
DIM
Transport context-onafhankelijk (zowel binnen als buiten de organisatie); en
Technische standaard:
Gebruik van recentste versie TLS en forward secrecy verplicht
Alle maatregelen van Klasse 1 + Klasse 2 + Klasse 3 +Klasse 4 +
DIM
Encryptie op zowel berichtniveau als transportniveau (tunnel)
Integriteit
IC klasse
Minimale maatregelen
IC klasse
Minimale maatregelen
Versleuteling vindt plaats conform Common practices, crypto-algoritmes en protocollen: open standaarden.
DIM
Terminatie op de perimeter van het beveiligde netwerk; en
Encryptie niet verplicht. Afscherming op niveau van organisatie d.m.v.fysieke en/of logische toegangsmaatregelen.
Alle maatregelen van Klasse 1 + Klasse 2 +
DAR
In een beschermde omgeving (d.w.z. een omgeving waar het veiligheidsbeheer onder Vo-controle is of de genomen maatregelen gekend zijn en als afdoende geacht worden door de Vo): afscherming op niveau functionele behoefte d.m.v. fysieke afscherming, logische toegangsbeveiliging. Enkel encryptie na risicoanalyse; en
In een onbeschermde omgeving (fysieke en logische toegangsmaatregelen niet afdoende en/of beveiligingsbeheer niet onder Vo-controle): encryptie voor de volledige verwerkingsketting: op opslagniveau, database (DB) of middleware …, werkposten, mobiele toestellen, back-up, ...
Veilige export buiten de organisatie (Veiligheidsbeheer niet onder controle van de Vo): encryptie op niveau transport indien netwerk niet beschermd is en terminatie op niveau vertrouwde infrastructuur (bv. in DMZ); en
Technische standaard:
Transport (TLS) protocol (system-to-system): wederzijdse authenticatie (2- way TLS);
Transport (TLS) protocol (client-server): wederzijdse authenticatie;
2-way TLS of;
1-way TLS + eIDAS substantiële authenticatie
Certificaten en sleutels implementatiecriteria
Controle op gebruik sterke versleuteling verplicht; en
Implementatie CAA en DNSSEC op DNS CAA-records.
Alle maatregelen van Klasse 1 + Klasse 2 + Klasse 3 +
DAR
Encryptie voor de volledige verwerkingsketting: op opslagniveau, database (DB) of middleware …, werkposten, mobiele toestellen, backup, ...
DIM
Transport context-onafhankelijk (zowel binnen als buiten de organisatie)
Alle maatregelen van Klasse 1 + Klasse 2 + Klasse 3 + Klasse 4 +
DIM
Encryptie op zowel berichtniveau als transportniveau (tunnel)
Er zijn geen GDPR-maatregelen voor klasse 1 enklasse 2.
Klasse 3 en Klasse 4 kennen dezelfde maatregelen:
DAR
Advies VTC 02/2018 d.d. 18 april 2018
Encryptie toepassen bij centrale opslag (datacenter) in een beschermde omgeving (d.w.z. omgeving waar het veiligheidsbeheer onder Vo-controle is of de genomen maatregelen gekend zijn en als afdoende geacht worden door de Vo): afscherming op niveau functionele behoefte d.m.v. fysieke afscherming, logische toegangsbeveiliging; en
In een onbeschermde omgeving (fysieke en logische toegangsmaatregelen niet afdoende en/of beveiligingsbeheer niet onder Vo-controle): Encryptie voor de volledige verwerkingsketting: op opslagniveau, database (DB) of middleware …, werkposten, mobiele toestellen, back-up, ...
DIM
Tunnel- of berichtencryptie
Er zijn geen GDPR-maatregelen voor klasse 5.
Integriteit
IC klasse
Minimale maatregelen
IC klasse
Minimale maatregelen
Er zijn geen GDPR-maatregelen voor klasse 1 enklasse 2.
Klasse 3 en Klasse 4 kennen dezelfde maatregelen:
DAR
Advies VTC 02/2018 d.d. 18 april 2018
Encryptie toepassen bij centrale opslag (datacenter) in een beschermde omgeving (d.w.z. omgeving waar het veiligheidsbeheer onder Vo-controle is of de genomen maatregelen gekend zijn en als afdoende geacht worden door de Vo): afscherming op niveau functionele behoefte d.m.v. fysieke afscherming, logische toegangsbeveiliging; en
In een onbeschermde omgeving (fysieke en logische toegangsmaatregelen niet afdoende en/of beveiligingsbeheer niet onder Vo-controle): Encryptie voor de volledige verwerkingsketting: op opslagniveau, database (DB) of middleware …, werkposten, mobiele toestellen, back-up, ...
DIM
Tunnel- of bericht encryptie
Er zijn geen GDPR-maatregelen voor klasse 5.
Beschikbaarheid
Er zijn geen specifieke GDPR-maatregelen voor beschikbaarheid.
In afwachting van de goedkeuringen omtrent NISII is er in dit document alvast de nodige ruimte voorzien voor toekomstige minimale specifieke NISII maatregelen.
De minimale algemene maatregelen voor sleutelbeheer moeten toegepast worden: per klasse zijn de overeenkomende maatregelen van toepassing (zie hoofdstuk ‘minimale algemene maatregelen’).
Volgens de Minimale Normen van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid moeten volgende maatregelen in het kader van Cryptografische maatregelen toegepast worden:
De organisatie dient een formeel beleid voor het gebruik van cryptografische controles op te zetten, te valideren, te communiceren en te onderhouden. Hierbij moet ze gebruik maken van de ‘Richtlijnen rond het gebruik van cryptografische controles’ zoals opgesomd in de bijlage C van de beleidslijn ‘vercijferen’ (Ref. KSZ 5.7.1).
KSZ Bijlage C “Richtlijnen rond het gebruik van cryptografische controles”:
Maatregelen moeten bepaald worden op basis van een duidelijke formele risico-analyse waarbij antwoord wordt gegeven op de volgende vragen:
Hoe wordt omgegaan met data die opgeslagen wordt op verwijderbare media?
Waar wordt data opgeslagen of verwerkt?
Hoe wordt de Cryptografische vertrouwelijkheid, integriteit of authenticiteit van de data gewaarborgd?
Hoe wordt de onweerlegbaarheid van een activiteit gewaarborgd?
Wanneer cryptografie vereist is, moet steeds zo sterk mogelijke cryptografische maatregel gebruikt worden.
De organisatie moet een overzicht bijgehouden waarin terug te vinden is waar cryptografische maatregelen worden toegepast, welke cryptografische maatregelen worden toegepast en wie hiervoor verantwoordelijk is.
De gebruikte cryptografische maatregelen moeten door onafhankelijke betrouwbare deskundige getoetst worden.
De ICT veiligheids-verantwoordelijke moet bepalen welke cryptografische maatregelen in welke gevallen toegepast moeten worden, gelet op de huidige goede praktijken.
De toepassing en gepastheid van cryptografische oplossingen en maatregelen moet periodiek beoordeeld worden.
Versleutelde data van derden die binnenkomen op het netwerk van de organisatie moeten eerst gedecrypteerd worden om gescand te worden op virussen en andere malware.