2.1.2. Hoe je begint met informatieassets
Je start het beste met een vraag vanuit je kernopdracht en kerntaken: wat is voor jouw organisatie het allerbelangrijkste? Zo krijg je vanzelf inzicht in je bedrijfsprocessen. Heel vaak zijn deze gekoppeld aan één of meerdere bedrijfstoepassingen, producten of diensten. En daar vind je dan je informatieassets. Dat kunnen fysieke informatieassets zijn (papier, CD, andere media) of digitale informatieassets (set van gegevens gebruikt in een toepassing die het bedrijfsproces ondersteunt). Vaak vind je in een organisatie nog andere belangrijke, functionele processen: deze behoren niet noodzakelijk tot de kerntaken maar bekleden wel een belangrijke plaats in je organisatie. Voorbeelden hiervan zijn: de taken van de personeelsdienst, aankoopdienst, enz. Hier pas je dezelfde redenering toe als voor je bedrijfsprocessen.
Informatieassets zijn het onderwerp van de informatieklassebepaling volgens het Vo-informatieclassificatieraamwerk. Informatieklassebepaling gebeurt dus op het niveau van de informatieassets, niet op niveau van de onderliggende informatie (die deel uitmaakt van het informatieasset).
Zowel de bedrijfsprocessen als de functionele processen maken vaak gebruik van toepassingen. Deze worden op hun beurt ondersteund door allerlei onderliggende processen en systemen, die op hun beurt allerlei assets herbergen. Dan denken we bijvoorbeeld aan de individuele gegevens in een database, de database zelf, het netwerk waarin alles zich afspeelt, allerlei processen rond beheer van deze systemen (asset- en configuratiebeheer, release en deployment beheer, toegangsbeheer, enz), waarvan sommigen vaak geïnventariseerd zijn in een configuration management database (CMDB). Merk op dat hier ook sprake is van assets, maar we passen hier geen afzonderlijke informatieklassebepaling op toe.
Volgend schema illustreert dit:
Gerelateerde pagina’s:
8.1. Inventarisatie informatieassets (template om de informatieassets te registeren)