- Created by Paul Kiekens, last modified on 16 Sept, 2024
You are viewing an old version of this page. View the current version.
Compare with Current View Page History
« Previous Version 39 Next »
Context
In lijn met de SDG-verordening moet een burger van een EU lidstaat een inschrijving aan een hogeronderwijsinstelling kunnen voltooien. De algemene SDG-requirements nog eens op een rijtje:
Requirement |
---|
Volledig online toegang voor EU-burgers |
Elektronische ontvangstbevestiging |
Elektronische kennisgeving van het resultaat |
Elektronische identificatie van EU-burgers |
Elektronisch handtekenen van online documenten |
Online betaling |
Procedure in het Engels |
Data EU-burgers uit authentieke bronnen |
Dit document schetst wat Vlaamse hogeronderwijsinstellingen moeten ondernemen om SDG-compliant te worden.
SDG requirements
R1. Volledig online toegang voor EU-burgers
Hogeronderwijsinstelling moeten een digitaal, publiek toegankelijk platform aanbieden waarop de burger de inschrijvingsflow end-to-end kan volgen.
R2. Elektronische ontvangstbevestiging
Burgers ontvangen een automatische en elektronische kennisgeving die de ontvangst van de aanvraag bevestigt (indien het resultaat of besluit niet meteen beschikbaar is).
R3. Elektronische kennisgeving van het resultaat
Burgers ontvangen elektronische kennisgeving van het resultaat van de aanvraag, of het besluit.
R4. Elektronische identificatie van EU-burgers
Burgers moeten zich elektronisch kunnen identificeren op het digitaal platform. Buitenlandse gebruikers moeten hiervoor eIDAS kunnen gebruiken. De hogeronderwijsinstelling moet integreren met de Vlaamse Toegangsbeheer (ACM), waarbij tijdens de onboarding aangegeven wordt dat eIDAS moet ingeschakeld worden. Een verzoek tot aansluiting kan gebeuren door een e-mail te sturen naar integraties@vlaanderen.be .
BELANGRIJK: een buitenlandse gebruiker die zich aanmeldt via eIDAS moet in een Belgische authentieke bron zoals het rijksregister of het BIS-register gekend zijn. Als dat niet het geval is zal de authenticatie mislukken, vermits afwezigheid van een INSZ-nummer (INSZ-nummer = rijksregisternummer of BIS-nummer) een sterke authenticatie in de weg staat. BOSA werkt samen met de RSZ aan een procedure die er in de toekomst moet voor zorgen dat een BIS-nummer “automatisch” aangemaakt wordt wanneer een buitenlandse gebruiker zich aanmeldt die in België nog niet gekend is. De SLA’s omtrent de aanmaak van dit BIS-nummer zijn nog niet gekend. Dit zal naar alle waarschijnlijkheid niet per direct gebeuren (vermits er een aantal checks moeten uitgevoerd worden). Dat betekent dat de flow van een dergelijke gebruiker onderbroken zal worden. Het is daarom aan te raden buitenlandse gebruikers zo vroeg mogelijk in de flow te laten aanmelden via eIDAS, zodat een eventuele vaststelling dat er nog een BIS-nummer moet aangemaakt worden zo vroeg mogelijk in het proces gebeurt.
R5. Elektronisch handtekenen van online documenten
Als burgers tijdens de aanvraagflow een handtekening moeten plaatsen, dan moet dit op een digitale manier kunnen gebeuren.
R6. Online betaling
Alle burgers moeten online alle kosten kunnen betalen via gangbare grensoverschrijdende betaaldiensten, indien een betaling noodzakelijk is tijdens de aanvraagflow.
R7. Procedure in het Engels
De hele procedure en alle informatie daaromtrent moet minstens ter beschikking zijn in het Engels. Bijkomende, andere talen zijn uiteraard toegelaten.
R8. Data EU-burgers uit authentieke bronnen
Onder het motto “Vraag niet wat je al weet” moet data zoveel mogelijk uit bestaande authentieke bronnen gehaald worden ipv de burger opnieuw hierom te vragen. Bij dit soort informatie kan het zowel gaan om persoonsgegevens als om bewijs van eerdere studies (evidences).
Voor wat betreft persoonsgegevens (Requirement R8.1) kunnen hogeronderwijsinstellingen de nodige data via hun integratie met de DHO ophalen, dat op zijn beurt weer het MAGDA platform gebruikt.
Daarnaast kan de hogeronderwijsinstelling de burger verzoeken om bewijs van eerdere studies aan te leveren. Hiervoor moet er een integratie tussen het digitale platform en het OOTS (Once Only Technical System) opgezet worden (Requirement R8.2).
Referentiearchitectuur
Onderstaand schema is een draft, en wordt nog bijgewerkt naarmate de afspraken tussen Digitaal Vlaanderen en BOSA duidelijk worden.
Onderstaande stappen beschrijven highlevel hoe de selectie van evidence in zijn werk gaat. Meer gedetailleerde documentatie zal nog worden aangeleverd door BOSA.
Op de plaats in de inschrijvingsflow waar naar bewijs wordt gevraagd voorziet de BU-platform backend een integratie met enkele webservices. (Momenteel wordt nog bekeken of het BU-platform moet integreren met BOSA of Digitaal Vlaanderen. De uitwerking aan de kant van het BU-platform is evenwel dezelfde).
De eerste webservice (POST /evidences/pick/register) is bedoeld om een OOTS-sessie voor te bereiden en te starten aan de kant van de Evidence Picker. In deze integratie wordt o.a. meegegeven:
identifier van de procedure (4 in dit geval)
identificatie van het businessplatform dmv het KBO-nr van de hogeronderwijsinstelling
taalcode voor de taal waarin de Evidence Picker zal getoond worden
de requirements die de scope vormen waar binnen de Evidence Picker zal opereren.
return-url waar de Evidence Picker naar moet terugkeren na afhandeling van de selectie van het evidence.
In het antwoord van deze webservice zit een sessie-identifier (evidencesPickContextIdentifier). Deze wordt in de volgende stappen gebruikt.
De tweede webservice (GET /evidences/pick/{evidencesPickContextIdentifier}) antwoordt met een HTTP 302 Redirect naar de Evidence Picker zelf. Daardoor komt de student terecht op de web interface van de Evidence Picker. De student selecteert zijn/haar evidence via de Evidence Picker web interface, waarbij hij/zij de kans krijgt het evidence te vooraf te bekijken. Het geselecteerde evidence komt daarvoor terecht in een speciaal opgezette Preview Space, in de vorm van een implementatie van eBox Citizen. Na goedkeuring door de student zal het evidence door de Evidence Picker worden verstuurd naar een eDelivery access point bij Digitaal Vlaanderen. Van daaruit wordt het verder doorgestuurd naar (er wordt nog een keuze gemaakt tussen scenario A en B):
Het platform van de hogeronderwijsinstelling (in scenario A)
AHOVOKS, waarna het wordt doorgegeven naar het platform van de hogeronderwijsinstelling (in scenario B)
Selectie van het evidence is nu achter de rug en de Evidence Picker keert terug naar de return-url die werd meegegeven door het BU-platform in de eerste stap.
Stateful flow
Het kan gebeuren dat een student tijdens de inschrijvingsflow de browser sluit (om om het even welke reden). UX-gewijs voorzien de BU-platformen idealiter een manier om de state bij te houden van een gebruiker in zijn flow. Op die manier moet deze niet van voor af aan beginnen als er iets misloopt tijdens de flow. BOSA zal ook vanuit de Evidence Picker in stap 2 een URL meegeven die best in deze state opgeslagen wordt. Deze zal immers informatie bevatten die aan de kant van BOSA zal voorkomen dat er opnieuw een nieuwe sessie voor de selectie van evidences gestart wordt.
Proof of Concept
In samenwerking met BOSA wordt er gezocht naar een hogeronderwijsinstelling die ergens in het 1e kwartaal van 2024 een PoC (Proof of Concept) wil helpen opzetten. In deze PoC zal de selectie van evidence op een BU-platform van een hogeronderwijsinstelling end-to-end getest worden.
Versie
Datum | Auteur(s) |
---|---|
| Paul Kiekens |
Doelpubliek
Iedereen
Inhoudsopgave
- No labels