Algemeen
Het antwoord van de webservice bestaat uit:
Referte: de referte zoals opgegeven in de vraag
Afhankelijk van de verwerking een Inhoud blok met één of meerdere KindVoordeel elementen met hierin de kinderbijslag gegevens afkomstig van de authentieke bronnen die geconsulteerd werden
De eventuele (business) uitzonderingen
XSD Visueel
Detail
Note |
---|
Opmerking:Het antwoord bestaat standaard uit Context, Referte en Antwoord zoals beschreven in Gebruik Magda Webservices 02.00. Verder zal enkel aandacht besteed worden aan het specifieke Antwoord element. |
Antwoord Kindvoordelen
Bevat alle kinderbijslag gegevens die voldoen aan de vraag criteria.
Element
Subelement
Opmerkingen
KindVoordeel
Eén specifiek blok van kinderbijslag gegevens afkomstig van een geconsulteerde bron.
Bron
De bron waaruit dit blok van KindVoordeel gegevens opgehaald werden.
Mogelijke waarden:
VLAANDEREN
WALLONIE
BRUSSEL
OOST-BELGIE
FEDERAAL
INSZ
INSZ van de persoon van wie de gegevens opgevraagd worden
KindVoordeelFonds
De gegevens m.b.t. het kinderbijslagfonds waar het dossier gekend is.
Dossiernummer
Het dossiernummer.
Rechthebbende
Het INSZ van de rechthebbende.
Niet aanwezig voor gegevens afkomstig uit het Vlaamse Groeipakket.
Begunstigden
Element - KindVoordeelBetalingsperiodeCategorieSociaal - typeSocialeToeslag
Code | Inkomen (2024) | aantal kinderen in het gezin | type kind | Referentie decreet Groeipakket | Bedragen (2024) |
A | laag Inkomen lager dan 40.187,19 euro | <=2 | Kinderen geboren vanaf 2019 Nieuw | Artikel 18, tweede lid, 1° “1° 63,86 euro per kind voor gezinnen tot en met twee rechtgevende kinderen, waarvan de gezinsinkomsten op jaarbasis niet meer dan 31.897,53 euro bedragen;” | 71,91 euro
|
B | Laag Inkomen lager dan 40.187,19 euro | <=2 | kinderen geboren voor 2019 transitie R1 | Artikel 222, §1, eerste en derde lid, 1° “1° 60,74 euro voor het rechtgevende kind dat recht geeft op kinderbijslag van 92,09 euro;” | 68,41 euro
|
C | Laag Inkomen lager dan 40.187,19 euro | <=2 | kinderen geboren voor 2019 transitie R2 | Artikel 222, §1, eerste en derde lid, 2° “2° 42,92 euro voor het rechtgevende kind dat recht geeft op kinderbijslag van 170,39 euro;” | 48,33 euro
|
D | Laag Inkomen lager dan 40.187,19 euro | <=2 | kinderen geboren voor 2019 transitie R3 | Artikel 222, §1, eerste en derde lid, 3° “3° 18,96 euro voor het rechtgevende kind dat recht geeft op kinderbijslag van 254,40 euro.” | 21,35 euro
|
E | Laag Inkomen lager dan 40.187,19 euro | <=2 | kinderen geboren voor 2019 (BG is langdurig zieke en arbeidsongeschikte en mindervalide) transitie R1+inv/AO | Artikel 222, §2 “Het bedrag van de toeslag, vermeld in paragraaf 1, derde lid, 1°, wordt verhoogd tot 114,72 euro (…)” | 129,19 euro
|
F | Laag Inkomen lager dan 40.187,19 euro | <=2 | kinderen geboren voor 2019 (eenoudergezin) transitie R3+1O | Artikel 222, §3 “Het bedrag van de toeslag, vermeld in paragraaf 1, derde lid, 3°, wordt verhoogd tot 37,29 euro (…)” | 42,00 euro
|
G | Laag midden Inkomen tussen 40.187,19 en 46.885,06 euro | <=2 | Kinderen geboren vanaf 2019 nieuw | Artikel 18, tweede lid, 1/1° “1/1° 32,33 euro per kind voor gezinnen tot en met twee rechtgevende kinderen, waarvan de gezinsinkomsten op jaarbasis tussen 31.897,53 euro en 37.213,79 euro liggen;” | 36,41 euro
|
H | Laag midden Inkomen tussen 40.187,19 en 46.885,06 euro | <=2 | kinderen geboren voor 2019 transitie | Artikel 222, §1, vierde lid “Een rechtgevend kind dat recht geeft op kinderbijslag als vermeld in artikel 210, §1, of dat recht geeft op de gewone wezenbijslag, vermeld in titel 2, kan recht geven op een maandelijkse sociale toeslag van 32,33 euro als voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 18, tweede lid, 1/1°.” | 36,41 euro
|
I | Laag Inkomen lager dan 40.187,19 euro | 3+ | Kinderen geboren vanaf 2019 nieuw | Artikel 18, tweede lid, 2° “2° 93,86 euro per kind voor gezinnen met meer dan twee rechtgevende kinderen, waarvan de gezinsinkomsten op jaarbasis niet meer dan 31.897,53 euro bedragen;” | 105,69 euro
|
J | Laag Inkomen lager dan 40.187,19 euro | 3+ | kinderen geboren voor 2019 transitie R1 | Artikel 222, §1, eerste en derde lid, 1° “1° 60,74 euro voor het rechtgevende kind dat recht geeft op kinderbijslag van 92,09 euro;” | 68,41 euro
|
K | Laag Inkomen lager dan 40.187,19 euro | 3+ | kinderen geboren voor 2019 transitie R2 | Artikel 222, §1, eerste en derde lid, 2° “2° 42,92 euro voor het rechtgevende kind dat recht geeft op kinderbijslag van 170,39 euro;” | 48,33 euro
|
L | Laag Inkomen lager dan 40.187,19 euro | 3+ | kinderen geboren voor 2019 transitie R3 | Artikel 222, §1, eerste en derde lid, 3° “3° 18,96 euro voor het rechtgevende kind dat recht geeft op kinderbijslag van 254,40 euro.” | 21,35 euro
|
M | Laag Inkomen lager dan 40.187,19 euro | 3+ | kinderen geboren voor 2019 (BG is langdurig zieke en arbeidsongeschikte en mindervalide) transitie R1+inv/AO | Artikel 222, §2 “Het bedrag van de toeslag, vermeld in paragraaf 1, derde lid, 1°, wordt verhoogd tot 114,72 euro (…)” | 129,19 euro
|
N | Laag Inkomen lager dan 40.187,19 euro | 3+ | kinderen geboren voor 2019 (eenoudergezin) transitie R3+1O | Artikel 222, §3 “Het bedrag van de toeslag, vermeld in paragraaf 1, derde lid, 3°, wordt verhoogd tot 37,29 euro (…)” | 42,00 euro
|
O | Midden hoog / laag en midden Inkomen tussen 40.187,19 en 75.593,05 euro | 3+ | Kinderen geboren vanaf 2019 nieuw | Artikel 18, tweede lid, 3° “3° 73,86 euro per kind voor gezinnen met meer dan twee rechtgevende kinderen, waarvan de gezinsinkomsten op jaarbasis tussen 31.897,53 euro en 60.000 euro liggen.” | 83,17 euro
|
P | Midden hoog / laag en midden Inkomen tussen | 3+ | kinderen geboren voor 2019 transitie R1 | Artikel 222, §1, tweede en derde lid, 1° “1° 60,74 euro voor het rechtgevende kind dat recht geeft op kinderbijslag van 92,09 euro;” | 68,41 euro
|
Q | Midden hoog / laag en midden Inkomen tussen | 3+ | kinderen geboren voor 2019 transitie R2 | Artikel 222, §1, tweede en derde lid, 2° “2° 42,92 euro voor het rechtgevende kind dat recht geeft op kinderbijslag van 170,39 euro;” | 48,33 euro
|
R | Midden hoog / laag en midden Inkomen tussen | 3+ | kinderen geboren voor 2019 transitie R3 | Artikel 222, §1, tweede en derde lid, 3° “3° 18,96 euro voor het rechtgevende kind dat recht geeft op kinderbijslag van 254,40 euro.” | 21,35 euro
|
S | Midden hoog / laag en midden Inkomen tussen | 3+ | kinderen geboren voor 2019 (eenoudergezin) transitie R3+1O | Artikel 222, §3 “Het bedrag van de toeslag, vermeld in paragraaf 1, derde lid, 3°, wordt verhoogd tot 37,29 euro (…)” | 42,00 euro
|
T | Midden hoog / laag en midden Inkomen tussen 40.187,19 en 46.885,06 euro | 3+ | kinderen geboren voor 2019 (BG is langdurig zieke en arbeidsongeschikte en mindervalide) transitie R1+inv/AO
| Artikel 222, §2 “Het bedrag van de toeslag, vermeld in paragraaf 1, derde lid, 1°, wordt ook verhoogd tot 114,72 euro (…)” | 129,19 euro
|
U | Laag Inkomen lager dan 40.187,19 euro
OF Midden hoog / laag en midden Inkomen tussen 40.187,19 en 46.885,06 euro | <=2 OF 3+ | Kinderen geboren voor 2019 Transitie / evenredige verdeling | Artikel 210, §5 “Als een rechtgevend kind dat kinderbijslag ontvangt overeenkomstig paragraaf 1, op 31 december 2018 geplaatst was in een instelling en vanaf of na 1 januari 2019 niet meer geplaatst is in de instelling, wijzigt de kinderbijslag, zoals die overeenkomstig de proportionele verdeelsleutel op grond van de kinderbijslagreglementering is vastgesteld op 31 december 2018. Die wijziging geldt voor elk van de rechtgevende kinderen van het gezin van het geplaatste kind die kinderbijslag ontvangen overeenkomstig paragraaf 1, zoals dat gezin het laatst bekend is.” |
|