Skip to end of metadata
Go to start of metadata

You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 4 Next »

Doel van architectuur

Het doel van architectuur is het faciliteren van de organisatie in haar “constant state of change”. Architectuur biedt daarom inzicht en sturing aan de organisatie

Uitwerking door Yvan Samson

Descriptieve architectuur → inzicht

  • Doel: het beschrijven van de architecturale inrichting (dmv modellen) om inzicht te creëren in de huidige as is situatie en zo de organisatie de mogelijkheid te bieden om onderbouwde beslissingen te nemen.

  • Dit type architectuur verschaft enkele basic artefacten zoals een lijst van producten, applicaties, processen en verantwoordelijken, etc. alsook inzicht in de samenhang van de verschillende in het landschap aanwezige elementen.

Prescriptieve architectuur → sturing

  • Doel: het voorschrijven van architecturale richtlijnen (dmv architectuurprincipes, to be- en referentiearchitecturen) om daarmee de evolutie van de organisatie te sturen.

  • Dit type architectuur vereist een veel hogere mate van maturiteit. Architectuur wordt sterk verweven met andere strategische organisatieprocessen (e.g. portfolio mgt, financieel mgt, etc.) Er wordt een architecturaal kader gecreëerd dat als sturende leidraad dient bij het nemen van beslissingen.

Types van architectuur

Enterprise architectuur (EA)

  • Doel: beheren van de Current State Architecture (CSA), de Future State Architecture (FSA) en het Metamodel van de organisatie

  • Scope: architecturale inrichting van de organisatie

  • Eerder breed dan diep uitgewerkt

  • Formele modellering dmv ArchiMate standaard

  • Gebruik:

    • beheer van de CSA: overzicht (helikopterzicht op de organisatie) en inzicht (samenhang; integraties) creëren adhv analyses

    • beheer van de FSA: richting/sturing geven dmv een beschrijving van de organisatiedoelen, de principes en requirements waaraan voldaan moet worden bij de realisatie daarvan en eventuele referentiearchitecturen (zie verder).

    • Beheer van het metamodel: sturing geven aan de architecten mbt modellering. Het metamodel legt afspraken vast over hoe de organisatie architectuur beschrijft.

Wordt steeds up to date gehouden en vormt daardoor het startpunt voor projecten (zie Project architectuur)

Solution architectuur (SA)

  • Doel: beheren van de as is architectuur van een specifieke oplossing (maw een afgebakend deel van de Enterprise Architectuur dat tegemoet komt aan een specifieke use case)

  • Scope: de architecturale elementen die relevant zijn voor de use case

  • Eerder diep dan breed uitgewerkt

  • Formele modellering dmv ArchiMate

  • Gebruik: beheer van de as is van de architecturale oplossing van een probleem/use case; inzicht creëren in hoe de verschillende elementen/componenten van de solution met elkaar geïntegreerd zijn.

  • Wordt uitgewerkt binnen het kader dat door de Enterprise architectuur (prescriptieve luik) wordt voorgeschreven. Wijzigingen aan een solution architectuur worden teruggekoppeld naar het EA niveau zodat alles up-to-date blijft.

Solutions op zichzelf lossen een concreet probleem op, maar zijn vaak ook herbruikbaar binnen grotere solutions.

Applicatie / platform architectuur (a.k.a. Technische architectuur)

  • Doel: beheren van de as is architectuur van een applicatie of platform

  • Eerder diep dan breed uitgewerkt; eerder technisch van aard

  • Modellering bij voorkeur dmv UML

  • Gebruik: inzicht creëren in de interne opbouw en werking van een applicatie. Vooral relevant voor het IT team dat de applicatie / het platform beheert.

  • Meestal worden ook de interfaces met de directe omgeving mee in kaart gebracht, alsook de infrastructuur waarop de applicatie / het platform draait.

  • Vb van artefacten: class diagrams, collaboration diagrams, sequence diagrams, deployment diagrams, …

Lagen van architectuur

Strategy + Motivation / Governance

  • Deze laag beschrijft de organisatie op een strategisch niveau (los van hoe dingen concreet geïmplementeerd zijn).

  • Biedt een holistisch beeld op de organisatie in haar geheel (en wordt dus vooral beschreven binnen een EA model).

  • Vb van artefacten:

    • Drivers en goals (Wat zijn onze concerns, wat willen we bereiken?)

    • Capability map (Waartoe zijn we in staat of zouden we in staat moeten zijn?)

    • Strategic initiatives (Dmv welke acties realiseren we onze strategie?)

    • Principes (Geven richting aan toekomstige beslissingen)

    • Het metamodel (Hoe beschrijven we architectuur in onze organisatie?)

    • Assessments (Architecturale evaluatie die input geeft aan verbetertrajecten)

Business architectuur

  • Deze laag beschrijft de organisatie op een business niveau (los van hoe dingen gedigitaliseerd zijn).

  • Vb van artefacten:

    • Product map (Welke producten bieden we aan? Aan welke doelgroepen?)

    • Product samenstelling (Welke services bevat een product?)

    • Organisatiestructuur (Hoe is de organisatie opgebouwd?)

    • Business functies / processen (Waar in de organisatie worden de capabilities effectief gerealiseerd?)

    • Rollen (Welke rollen onderscheiden we en voor welke processen zijn ze verantwoordelijk?)

Information systems architectuur (Data en applicatie)

  • Deze lagen worden vaak gecombineerd. Ze beschrijven op welke manier de business processen gedigitaliseerd zijn (of minstens ondersteund worden).

  • De applicatie architectuur laag is niet te verwarren met het eerder beschreven type applicatie architectuur (i.e. applicatie ontwerp). De laag beschrijft het applicatielandschap en de samenhang tussen applicaties.

  • Vb van artefacten:

    • Applicatielandschap

    • Datasets

    • Dataflows tussen applicaties

    • Interfaces (GUI’s, API’s, …)

    • Applicatie services

Technologie architectuur

  • Deze laag beschrijft de infrastructuur en platformen die de organisatie gebruikt.

  • Vb van artefacten:

    • Infrastructuur (zowel fysieke hardware als virtuele infra)

    • Fysieke locaties

    • Netwerken

    • Platformen

    • Communication paths (specifieke connecties tussen netwerken en/of applicaties; vb een VPN tunnel)

  • No labels