Document toolboxDocument toolbox

5.2.2. Minimale maatregelen voor logging en monitoring

5.2.2.1. Minimale algemene maatregelen 

Vertrouwelijkheid

IC klasse 

Minimale maatregelen 

IC klasse 

Minimale maatregelen 

Klasse 1 en Klasse 2 kennen dezelfde maatregelen:

 

Alle maatregelen van Klasse 1 / Klasse 2 +

 

  • Log informatie krijgt minimaal informatieklasse 3 voor vertrouwelijkheid toegewezen;

  • Beschermen van audit records: vertrouwelijkheid garanderen d.m.v. cryptografische maatregelen: zie pagina ;

  • Logging/auditing van gebeurtenissen i.h.k.v. vertrouwelijkheid:

    • Audit trail voor gebruik van systeemhulpmiddelen,

    • Audit trail voor verwerking van informatie,

    • Periodieke analyse van audit records,

    • Gebruik maken van tools voor analyse,

    • Jaarlijks de audit functie evalueren.

Klasse 4 en Klasse 5 kennen dezelfde maatregelen:

Alle maatregelen van Klasse 1 / Klasse 2 + Klasse 3 +

 

  • Log informatie krijgt minimaal informatieklasse 4 voor vertrouwelijkheid toegewezen;

  • Logging/auditing van gebeurtenissen i.h.k.v. vertrouwelijkheid:

    • Logging integreren met scanning en monitoring capaciteiten,

    • Event correlatie toepassen,

    • Centraal beheer van logbestanden,

    • Real-time alarmen genereren en opvolgen bij problemen met de auditfunctie,

    • 4-ogen toepassen bij elke wijziging aan de audit functionaliteit.

 

Integriteit

IC klasse 

Minimale maatregelen 

IC klasse 

Minimale maatregelen 

Klasse 1 en Klasse 2 kennen dezelfde maatregelen:

 

  • Log informatie krijgt minimaal informatieklasse 2 voor integriteit toegewezen;

  • Applicatie logs: cryptografische maatregelen i.v.m. log informatie zijn op hetzelfde niveau als de toepassing waaruit de log info aangemaakt wordt: zie pagina ;

  • Logging/auditing van gebeurtenissen i.h.k.v. integriteit:

    • Log policy opzetten voor alle systemen en toepassingen,

  • Logging opzetten ter ondersteuning van het event en incidentproces:

    • Type gebeurtenis,

    • Waar en wanneer de gebeurtenis plaatsvond,

    • Oorzaak en gevolg van de gebeurtenis,

    • Accounts gelinkt aan de gebeurtenis.

  • Monitoring van clear log gebeurtenissen;

  • Beschermen van audit records: integriteit garanderen d.m.v. fysieke beveiliging en logische toegangscontrole;

  • Timestamps op audit records: kloksynchronisatie toepassen;

  • Toegang tot audit records beperken tot consultatie functie (read only).

Alle maatregelen van Klasse 1 / Klasse 2 +

 

  • Log informatie krijgt minimaal informatieklasse 3 voor integriteit toegewezen;

  • Beschermen van audit records: integriteit garanderen d.m.v. cryptografische maatregelen: zie pagina ;

  • Logging/auditing van gebeurtenissen i.h.k.v. integriteit:

    • Audit trail voor gebruik van systeemhulpmiddelen,

    • Audit trail voor verwerking van informatie,

    • Timestamps: kloksynchronisatie met goedgekeurde externe tijdsbron,

    • Periodieke analyse van audit records,

    • Gebruik maken van tools voor analyse en rapportering,

    • Jaarlijks de auditfunctie evalueren. 

Klasse 4 en Klasse 5 kennen dezelfde maatregelen:

Alle maatregelen van Klasse 1 / Klasse 2 + Klasse 3 +

 

  • Log informatie krijgt minimaal informatieklasse 4 voor integriteit toegewezen;

  • Logging/auditing i.h.k.v. integriteit:

    • Logging integreren met scanning en monitoring capaciteiten,

    • Timestamps in combinatie met digitale handtekening toepassen,

    • Event correlatie toepassen.

  • Real-time alarmen genereren en opvolgen bij problemen met de auditfunctie;

  • 4-ogen toepassen bij elke wijziging aan de audit functionaliteit. 

Beschikbaarheid

IC klasse 

Minimale maatregelen 

IC klasse 

Minimale maatregelen 

Klasse 1 en Klasse 2 kennen dezelfde maatregelen:

 

  • Log informatie krijgt minimaal informatieklasse 2 voor beschikbaarheid (omwille van kritisch bedrijfsmoment, bvb na een incident en herstel van loginformatie) toegewezen;

  • Logging/auditing van gebeurtenissen i.h.k.v. beschikbaarheid:

    • Log policy opzetten voor alle systemen en toepassingen,

  • Logging opzetten ter ondersteuning van het event en incidentproces:

    • Type gebeurtenis,

    • Waar en wanneer de gebeurtenis plaatsvond,

    • Oorzaak en gevolg van de gebeurtenis,

    • Accounts gelinkt aan de gebeurtenis.

  • Monitoring van verwijderen van loginformatie (clear log events);

  • Retentie: log informatie lokaal bewaren;

  • Backup: log informatie opnemen in het backupschema;

  • Beschermen van audit records: beschikbaarheid garanderen d.m.v. fysieke beveiliging en logische toegangscontrole.

Alle maatregelen van Klasse 1 / Klasse 2 +

 

  • Log informatie krijgt minimaal informatieklasse 3 (omwille van kritisch bedrijfsmoment, bvb na een incident en herstel van log informatie) voor beschikbaarheid toegewezen;

  • Logging/auditing van gebeurtenissen i.h.k.v. beschikbaarheid:

    • Audit trail voor gebruik van systeemhulpmiddelen,

    • Audit trail voor verwerking van informatie,

    • Periodieke analyse van audit records,

    • Gebruik maken van tools voor analyse en rapportering.

  • Centrale opslag van loginformatie;

  • Retentieperiode van lokale loginformatie beperken tot caching (tot centrale opslag geverifieerd gelukt is);

  • Backup:

    • Backups regelmatig verifiëren op succesvolle aanmaak,

    • Periodiek testen op herstelprocedures (recovery).

  • Jaarlijks de auditfunctie evalueren;

  • Alarmen genereren en opvolgen als opslagcapaciteit voor logbestanden 80% bereikt heeft;

  • Fysieke beveiliging: reserveonderdelen of redundant uitvoeren van omgeving;

  • Retentie: lange termijn bewaring/archivering van log informatie conform wet- en regelgeving.

Klasse 4 en Klasse 5 kennen dezelfde maatregelen:

Alle maatregelen van Klasse 1 / Klasse 2 + Klasse 3 +

 

  • Log informatie krijgt minimaal informatieklasse 4 (omwille van kritisch bedrijfsmoment, bvb na een incident en herstel van log informatie) voor beschikbaarheid toegewezen.

  • Logging/auditing van gebeurtenissen i.h.k.v. beschikbaarheid:

    • Logging integreren met scanning en monitoring capaciteiten,

    • Event correlatie toepassen,

    • Centraal beheer van logbestanden,

    • Backup: rapportering over backup/recovery testen aan toepassingseigenaar, CISO/ DPO,

    • Fysieke beveiliging: redundantie inregelen en periodiek testen met rapportering aan toepassingseigenaar, CISO/ DPO,

    • Real-time alarmen genereren en opvolgen bij problemen met de auditfunctie,

    • 4-ogen toepassen bij elke wijziging aan de audit functionaliteit.

5.2.2.2. Minimale specifieke (GDPR) maatregelen 

Vertrouwelijkheid 

IC klasse 

Minimale maatregelen 

IC klasse 

Minimale maatregelen 

Klasse 1Klasse 2 en Klasse 3 kennen dezelfde maatregelen:

 

  • Event correlatie toepassen;

  • Real-time alarmen genereren en opvolgen bij problemen met de auditfunctie;

  • 4-ogen toepassen bij elke wijziging aan de audit functionaliteit;

  • Elke toegang tot persoonsgegevens, moet gelogd worden in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving en regelgeving:

    • Tot natuurlijke persoon herleidbare gebruikersnaam of ID, tijdsstip (datum/uur), identificatie van het werkstation of locatie, gebruikte toepassing,

    • De persoon die het object is van de handeling,

    • Het resultaat van de handeling.

Klasse 4 en Klasse 5 kennen dezelfde maatregelen:

Alle maatregelen van  Klasse 1 / Klasse 2 / Klasse 3 +

 

  • Elke toegang tot gegevens behorende tot de bijzondere categorieën van de GDPR, moet gelogd worden in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving en regelgeving.

 

Integriteit

IC klasse 

Minimale maatregelen 

IC klasse 

Minimale maatregelen 

Klasse 1Klasse 2 en Klasse 3 kennen dezelfde maatregelen:

 

  • Timestamps in combinatie met digitale handtekening toepassen;

  • Event correlatie toepassen;

  • Real-time alarmen genereren en opvolgen bij problemen met de auditfunctie;

  • 4-ogen toepassen bij elke wijziging aan de audit functionaliteit;

  • Elke toegang tot persoonsgegevens, moet gelogd worden in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving en regelgeving:

    • Tot natuurlijke persoon herleidbare gebruikersnaam of ID, tijdsstip (datum/uur), identificatie van het werkstation of locatie,

    • De persoon die het object is van de handeling,

    • Het resultaat van de handeling.

Klasse 4 en Klasse 5 kennen dezelfde maatregelen:

Alle maatregelen van  Klasse 1 / Klasse 2 / Klasse 3 +

 

  • Elke toegang tot gegevens behorende tot de bijzondere categorieën van de GDPR, moet gelogd worden in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving en regelgeving.

 

Beschikbaarheid

IC klasse 

Minimale maatregelen 

IC klasse 

Minimale maatregelen 

Klasse 1Klasse 2 en Klasse 3 kennen dezelfde maatregelen:

 

  • Event correlatie toepassen;

  • Real-time alarmen genereren en opvolgen bij problemen met de auditfunctie;

  • 4-ogen toepassen bij elke wijziging aan de audit functionaliteit;

  • Elke toegang tot persoonsgegevens, moet gelogd worden in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving en regelgeving:

    • Tot natuurlijke persoon herleidbare gebruikersnaam of ID, tijdsstip (datum/uur), identificatie van het werkstation of locatie, gebruikte toepassing,

    • De persoon die het object is van de handeling,

    • Het resultaat van de handeling.

 

Klasse 4 en Klasse 5 kennen dezelfde maatregelen:

Alle maatregelen van  Klasse 1 / Klasse 2 / Klasse 3 +

 

  • Elke toegang tot gegevens behorende tot de bijzondere categorieën van de GDPR, moet gelogd worden in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving en regelgeving.

5.2.2.3. Minimale specifieke (NISII) maatregelen

In afwachting van de goedkeuringen omtrent NISII is er in dit document alvast de nodige ruimte voorzien voor toekomstige minimale specifieke NISII maatregelen.

5.2.2.4. Minimale specifieke (KSZ) maatregelen

Volgens de Minimale Normen van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid moeten volgende maatregelen in het kader van logging en monitoring toegepast worden: 

Beschikbaarheid, Vertrouwelijkheid en integriteit

IC klasse 

Minimale maatregelen 

IC klasse 

Minimale maatregelen 

  • Elke organisatie moet:  

    • Een formele procedure van logbeheer opzetten, valideren, communiceren en onderhouden.  

    • Transacties, controlewerkzaamheden, activiteiten van gebruikers, uitzonderingen en informatieveiligheid- en privacy-gebeurtenissen/incidenten gestructureerd vastleggen in afzonderlijke logbestanden, zodat iedere handeling naar de brondocumenten herleid kan worden of de uitgevoerde bewerking(en) gecontroleerd kan(kunnen) worden.  

    • Logbeheer moet meegenomen worden vanaf het design tijdens de ontwikkeling of bij de bepalingen van aankoopcriteria van toepassingen of systemen om “security/privacy by design” te realiseren.   

    • Elke toegang tot persoonlijke en vertrouwelijke gegevens die sociaal of medisch van aard zijn, moet gelogd worden in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving en regelgeving.  

    • De interne klokken van alle informatiesystemen van de organisatie moeten gesynchroniseerd worden met een overeengekomen nauwkeurige tijdsbron zodat een betrouwbare analyse van logbestanden op verschillende informatiesystemen altijd mogelijk is.  

    • De noodzakelijke tools moeten beschikbaar zijn of ontwikkeld worden om log gegevens te kunnen laten analyseren door de geautoriseerde personen. 

    • Systeemgebruik moet zoveel als mogelijk automatisch worden gelogd, als dit niet mogelijk is kan ook gebruik gemaakt worden van een manueel logboek door systeembeheerders.  

    • Logbestanden moeten beschermd worden tegen inzage door onbevoegden, wijzigingen en verwijderingen.  

    • De logbestanden moeten gedurende een overeengekomen periode worden bewaard, ten behoeve van toekomstig onderzoeken en controles en in overeenstemming met wetgeving en regelgeving.  

    • De raadpleging van logbestanden moet altijd het voorwerp zijn van een georganiseerde procedure binnen de organisatie met een historiek van de verzoeken die werden goedgekeurd/uitgevoerd of die werden afgekeurd.  

    • Het resultaat van logbeheer moet regelmatig geanalyseerd, gerapporteerd en beoordeeld worden (Ref. KSZ 5.9.5). 

  • Elke organisatie moet:  

    • Elke toegang tot persoonlijke en vertrouwelijke gegevens die sociaal of medisch van aard zijn, loggen in overeenstemming met de beleidslijnen “logging” en de toepasselijke wetgeving en regelgeving (Ref. KSZ 5.11.7 a). 

    • In de specificaties van een project opnemen hoe de toegang tot en het gebruik van systemen en applicaties gelogd zal worden om bij te dragen tot de detectie van afwijkingen van de beleidslijnen informatieveiligheid en privacy. Het logbeheer moet minimaal beantwoorden aan de volgende doelstellingen:  

      • a. Glashelder, snel en eenvoudig kunnen bepalen wie, wanneer en op welke manier toegang heeft verkregen tot welke informatie  

      • b. De identificatie van de aard van de geraadpleegde informatie  

      • c. De duidelijke identificatie van de persoon (Ref. KSZ 5.11.7 b). 

    • Rekening houden met reeds bestaande logbeheersystemen bij de evaluatie van logbehoeften in het kader van het project (Ref. KSZ 5.11.7 c). 

    • De noodzakelijke tools ter beschikking hebben of ontwikkelen om toe te laten deze log gegevens uit te baten door de geautoriseerde personen (Ref. KSZ 5.11.7 d). 

    • De algemene regel toepassen dat de transactionele/functionele log gegevens minimaal 10 jaar en de technische/infrastructurele log gegevens minimaal 2 jaar moeten bewaard blijven (Ref. KSZ 5.11.7 e).