Document toolboxDocument toolbox

Once-Only Technical System (OOTS)

Dossier

Context

Om SDG-compliant te worden moet een EU-lidstaat in staat zijn om bepaalde documenten uit te wisselen met een andere EU-lidstaat. Deze documenten worden evidences (“bewijzen”) genoemd. Dit uitwisselingsproces kan nodig zijn in verschillende procedures van de SDG-verordering. Zo moet het bijvoorbeeld mogelijk zijn om diploma’s uit te wisselen tussen verschillende lidstaten i.h.k.v. procedure 4: Inschrijving aan een hogeronderwijsinstelling.

Dit document beschrijft hoe het OOTS-proces in elkaar zit, welke spelers in place zijn, en beschrijft tevens de architectuur die hiervoor nodig is.

Stapsgewijs

Het OOTS-proces komt op de volgende manier tot uitwisseling van evidences tussen 2 landen A en B.

  1. Een EU-burger gebruikt een BU-platform (business platform) in land A om een SDG-procedure uit te voeren en bereikt een stap in het proces waarin hem/haar gevraagd wordt om evidences aan te leveren. De burger kiest voor het gebruik van het OOTS (in plaats van bijvoorbeeld een gewone bestandsupload (*)).

  2. De burger selecteert het land B (en de regio indien van toepassing) waar zijn/haar evidence zich bevindt.

  3. De burger selecteert de databron waar zijn/haar evidence zich bevindt.

  4. De burger krijgt de mogelijkheid om het volgens hem/haar relevante evidence (of meerdere evidences) te selecteren en vooraf te bekijken (preview). Dat laatste gebeurt in een speciale Preview Space (die voorzien wordt door het land waar het evidence zich bevindt).

  5. De burger geeft consent om het geselecteerde evindence uit te wisselen.

  6. De burger gaat verder met de flow op het BU-platform, terwijl parallel het evidence wordt doorgestuurd vanuit de bron in land B naar het BU-platform (in land A).

Er zijn 2 flows die men moet beschouwen in het OOTS:

Flow I: De evidence provider flow: wat gebeurt er in België/Vlaanderen als men vanuit het buitenland evidence wil ophalen dat zich in een Vlaamse bron bevindt.

Flow II: De evidence requester flow: wat gebeurt er in België/Vlaanderen als men op een Vlaams BU-platform evidence wil ophalen dat zich in een buitenlandse bron bevindt.

(*) Het OOTS is geen verplichte vervanging van andere manieren om evidences aan te leveren. Als een BU-platform een mogelijkheid biedt om een gewone bestandsupload te doen mag die optie nog steeds aangeboden blijven worden. Het OOTS is alleen een verplichte èxtra manier om evidences aan te leveren.

Elke EU-lidstaat voorziet in een eigen “OOTS Node”. Deze node communiceert met de nodes van andere lidstaten. Al deze nodes vormen samen het Europese OOTS-netwerk.

Flow I: Evidence provider

In Flow A gebruikt de burger een buitenlands BU-platform en selecteert evidences uit een Vlaamse bron. We beschouwen we volgende architectuur:

Provider flow.png

BOSA stelt achtereenvolgens volgende vragen aan MAGDA:

  1. Geef een lijst van evidences die aan een bepaalde requirement voldoen voor een bepaald persoon in een bepaalde bron.

  2. Stuur een bepaalde lijst van evidences door naar de preview space van BOSA.

  3. Geef de betreffende evidences zelf door aan BOSA.

BOSA zorgt er dan voor dat de evidences worden verstuurd over het OOTS-netwerk.

Zoals eerder aangegeven is elke EU-lidstaat verantwoordelijk voor het opzetten van de eigen Preview Space. Voor België wordt een speciale uitvoering van de eBox Citizen gebruikt als Preview Space. Voor evidences uit Vlaamse bronnen zorgt MAGDA voor het versturen van de documenten ter preview naar deze component.

Flow II: Evidence requester

In Flow B gebruikt de burger een Vlaams BU-platform en selecteert evidences uit een buitenlandse bron. We beschouwen we volgende architectuur:

 

Requester flow.png

Onderstaande stappen beschrijven hoe de selectie van evidence in zijn werk gaat. De technische documentatie hieromtrent is te vinden op https://gcloudbelgium.sharepoint.com/:b:/r/sites/BOSA-SDGR/Collaboration%20Shared%20documents%20circles/SDG_Manual_Interface_for_BE_EvidenceRequesters.pdf?csf=1&web=1&e=K3VPEj. (Toegang kan worden aangevraagd bij pieter.vanhouteghem@bosa.fgov.be).

In de stap in de SDG-procedure waar naar bewijs wordt gevraagd voorziet de BU-platform backend een integratie met enkele webservices.

De eerste webservice (“Registratie EP-sessie” in het schema hierboven - POST /evidences/pick/register) is bedoeld om een OOTS-sessie voor te bereiden en te starten aan de kant van de Evidence Picker. In deze call wordt o.a. meegegeven:

  • identifier van de procedure

  • identificatie van het BU-platform dmv het KBO-nr van de organisatie die het platform in beheer heeft

  • taalcode voor de taal waarin de Evidence Picker zal getoond worden

  • de requirements die de scope vormen waarbinnen de Evidence Picker zal opereren.

  • De return-url waar de Evidence Picker de burger naar moet doorsturen na afhandeling van de selectie van het evidence.

In het antwoord van deze webservice zit een sessie-identifier (evidencesPickContextIdentifier). Deze wordt in de volgende stappen gebruikt.

De tweede webservice (“Start EP-sessie” in het schema hierboven - GET /evidences/pick/{evidencesPickContextIdentifier}) antwoordt met een HTTP 302 Redirect met een URL naar de Evidence Picker zelf. Daardoor komt de burger terecht op de web interface van de Evidence Picker. De burger selecteert zijn/haar evidence via de Evidence Picker web interface, waarbij hij/zij de kans krijgt het vooraf te bekijken, via de buitenlandse Preview Space. Na goedkeuring door de burger zal het evidence na aankomst in België door BOSA worden verstuurd naar een eDelivery access point bij Digitaal Vlaanderen. Van daaruit wordt het verder doorgestuurd naar het BU-platform, dat het verder zal verwerken.

Selectie van het evidence is nu achter de rug en de Evidence Picker keert terug naar de return-url die werd meegegeven door het BU-platform in de eerste stap.

Op bovenstaand schema is MAGDA de component die voor beide calls - zowel registratie/voorbereiding als starten van een Evidence Picker-sessie - aangesproken zal worden door Vlaamse BU-portalen. De communicatie tussen de BOSA Evidence Picker API en MAGDA wordt beveiligd en Digitaal Vlaanderen krijgt als enige credentials om deze calls te maken. Deze correctheid van deze opzet moet nog definitief afgeklopt worden op een sync-sessie met de BOSA-collega’s.

Versie

Datum

Auteur(s)

Datum

Auteur(s)

Sep 25, 2024

Paul Kiekens

Doelpubliek

Iedereen

Inhoudsopgave