Definities
Termen en verklaring
(Zie ook de lijst met begrippen van het team Informatieveiligheid: Termen en definities)
Applicatiecomponent
Een applicatiecomponent is een op zichzelf staande softwaremodule die onafhankelijk inzetbaar, herbruikbaar en vervangbaar is. Een applicatiecomponent implementeert één of meerdere functionaliteiten.
Application service
Zie Service.
Blueprint
We definiëren een blueprint architectuur van een oplossing als het highlevel model dat gebaseerd is op een referentiearchitectuur. Het is als het ware een afdruk van de referentiearchitectuur die ingevuld is, toegespitst op de specifieke context.
Een blueprint kan verder worden verfijnd in een gedetailleerde Solution architectuur.
Business case
Een Project Business Case is een gestructureerde beschrijving van de argumentatie waarom een initiatief gestart / behouden zou moeten worden. Het is een levend document en de basis voor investeringsbeslissingen. Idealiter wordt de business case ook gebruikt om na uitvoering van het initiatief te evalueren of de beloofde baten gerealiseerd zijn.
Opmerking: het opbouwen van een goede business case gaat uiteraard ook met kosten gepaard. De diepgang waarmee de business case wordt uitgewerkt, zal dus toenemen met de impact van de case (e.g. kosten / baten / risico’s / zichtbaarheid / …)
Een business case wordt incrementeel opgebouwd (steeds net voldoende info voor de volgende beslissingsfase) en omvat uiteindelijk:
de datum van opmaak en laatste evaluatie
een beschrijving van de business context (i.e. aanzet tot een verdere business analyse)
de concrete aanleiding voor het initiatief
de probleemstelling / opportuniteit
reeds gekende must haves (i.e. aanzet tot een verdere behoeftenanalyse)
reeds gekende (externe) timingvereisten en/of vaste deadlines
de business doelen waartoe het initiatief bijdraagt
een stakeholderanalyse
verwijzingen naar gerelateerde initiatieven
een beschrijving van de oplossingsalternatieven, met per optie:
(Optie 0 is steeds geen actie ondernemen)een beschrijving van het voorstel
eventuele assumpties en kritieke succesfactoren
een high level architecture design (i.e. aanzet tot de solution architectuur)
een financiële analyse
ROI
TCO
niet kwantificeerbare kosten/baten
vb: de mate van functionele fit, het voldoen aan architecturale kwaliteitsattributen, het in overeenstemming zijn met architecturale principes, …
overzicht van mogelijke financieringsbronnen
een impactanalyse (input voor de latere Project Work Breakdown Structure)
vb: impact op huidige proceswerking, personeel of gebruikers, opleidingsnoden, andere projecten, etc.
reeds gekende risico’s (i.e. aanzet tot een verdere risicoanalyse)
DPIA
een conclusie en aanbeveling
de beslissing en argumentatie daarvoor
Op soortgelijke manier zal je ook het in de markt zetten van een nieuw product (i.e. een uitbreiding van het product portfolio) onderbouwen in een Product Business Case. Ook dit is de basis voor investeringsbeslissingen en de argumentatie zal periodiek moeten gerevalueerd worden om te zien of de business case nog ‘positief' is.
Waar je met een Project Business Case een bepaalde change wil verantwoorden, probeer je met een Product Business Case aan te tonen waarom je een nieuw product in de markt wil zetten. In dit geval beschrijf je dan ook bijkomend:
de value proposition (Welk probleem wil je oplossen met het product? Op welke manier denk je value te creëren die door je doelgroep naar waarde wordt geschat?)
de doelgroep(en) (Wie zullen de afnemers zijn van je product?)
de resultaten van een marktanalyse
de potentiële market size (Hoeveel afnemers / afname verwacht je? Kan je je inschattingen staven? Heb je potentiële klanten bevraagd?)
een eventuele trendanalyse (Ligt je voorstel in lijn met maatschappelijke / technologische trends? Kan je dit documenteren met rapporten / forcasts?)
een marketingstrategie
Business service
Zie Service.
Capability
Capabilities stellen de (huidige of gewenste) capaciteiten van een organisatie voor en beschrijven dus (conceptueel, los van enige mogelijke implementatie) waartoe een organisatie in staat is (of zou willen zijn).
Een capability map biedt een high-level overzicht van het type activiteiten (m.a.w. business functions/processen) die ergens in de organisatie geïmplementeerd zouden moeten zijn/worden. Op basis van dit overzicht kunnen strategische keuzes worden gemaakt m.b.t. welke capabilities verder moeten worden ontwikkeld en welke resources en initiatieven daarvoor nodig zijn. Dit staat bekend als capability-based planning.
Capabilities worden gerealiseerd door het implementeren van de nodige business functions (en/of processen), alsook het toewijzen van de nodige resources (e.g. mensen, specifieke competenties en/of kennis, technologie, …).
Capabilities kunnen worden geaggregeerd. Om ervoor te zorgen dat je op een strategisch niveau blijft, is het echter aanbevolen niet meer dan 3 levels te gebruiken.
Opmerking:
Er wordt soms verwezen naar de “capabilities” van een applicatie om te beschrijven wat de applicatie in kwestie doet/kan. In dat geval gebruiken we de term “functionaliteiten”.
Soms wordt de term ook gebruikt voor de “capabilities” van een persoon. In dat geval gebruiken we “competenties”.
Enterprise architectuur
Enterprise architectuur zorgt voor een consistente verzameling principes, met uitgangspunten, regels, richtlijnen en standaarden die beschrijft hoe de organisatie georganiseerd is en moet worden in de toekomst (inclusief het IT-luik) teneinde haar bedrijfsdoelstellingen zo (kosten)efficiënt en effectief mogelijk te bereiken. Enterprise architectuur ondersteunt daarom het besluitvormingsproces op alle niveaus van de organisatie.
Enterprise architectuur draagt bij aan de continue afstemming tussen business en IT. Het probeert de organisatie te beschermen tegen het nemen van kortetermijnbeslissingen die impact kunnen kunnen hebben op de langetermijnbehoeften. Het doet dit door een holistische benadering te volgen en de informatie zichtbaar en begrijpelijk te maken die nodig is om weloverwogen beslissingen te nemen die resulteren in (kosten)efficiënte voordelen voor het bedrijf.
Interface
Een interface vertegenwoordigt een toegangspunt waarlangs services beschikbaar worden gesteld aan gebruikers. Er zijn verschillende types van interfaces:
Human-to-Human – waarbij zowel de dienstverlener als de gebruiker/afnemer een mens is, bijvoorbeeld een loket of telefoonnummer.
Machine-to-Machine – waarbij zowel de dienstverlener als de gebruiker/afnemer technologie is (software & machine), bijvoorbeeld API's.
Human-to-Machine – waarbij de gebruiker/afnemer een mens en de dienstverlener technologie (software & machine) is, bijvoorbeeld grafical user interfaces (GUI’s) of nog specifieker web interfaces.
Operating Model
Het Operating Model beschrijft de mate van standaardisatie en integratie waarmee de organisatie een capability wil implementeren.
Wanneer we dit uitzetten op twee assen komen we tot volgende mogelijkheden:
Portfoliomanagement
Portfoliomanagement is het beheer van verschillende types assets (i.e. bedrijfsmiddelen) of activiteiten (i.e. processen en projecten) binnen de organisatie. We maken een onderscheid tussen (o.a.):
het product portfolio
het project portfolio
het application portfolio, bestaande uit:
herbruikbare componenten
intern gebruikte software tools.
Proces
Een proces is een sequentiële aaneenschakeling van interne activiteiten (m.a.w. precieze verloop is niet zichtbaar van buitenaf; black box) die samen leiden tot een specifiek resultaat. Processen gebruiken resources (e.g. mensen, informatie, applicaties, …) als input en leveren daarmee een voorafbepaalde output op voor de afnemer van het proces. Een proces heeft een eigenaar (accountable) en een uitvoerder (responsible).
Niet te verwarren met een business function (niet sequentiële interne activiteiten) of een business service (activiteiten die opengesteld/aanspreekbaar zijn van buitenaf).
Voorbeeld:
Business function: “Human Resource Management”
Proces: “Recrutering en selectie” (i.e. een proces dat deel uitmaakt van de business function HRM)
Business service: “Solicitatie service” (i.e. een business service - dus aanspreekbaar van buitenaf - die gerealiseerd wordt door het proces “Recrutering en selectie”)
Product
Een Product is een arbitrair samenhangend geheel van Business Diensten en Technische Diensten, [informatie, data en/of goederen] dat tegen bepaalde voorwaarden (contract) wordt aangeboden aan klanten.
De naam van een Product wordt best bepaald vanuit het standpunt van de doelgroep (waar is men naar op zoek?) en moet een goed beeld geven van de inhoud van het Product (wat voor diensten kan men verwachten?). Een alternatief is het creëren van een merknaam, maar dit vergt uiteraard de nodige investeringen in marketing en branding.
Project
Een project is een in de tijd en middelen begrensde activiteit die een verandering in een organisatie teweeg brengt (e.g. proces implementeren, applicatie bouwen, etc.). Het onderscheidt zich door zijn eenmalige karakter van een proces. Een project wordt meestal in samenwerking met verschillende mensen (en organisaties) uitgevoerd.
Program(ma)
Een programma is een verzameling van activiteiten en projecten die gericht is op het realiseren van een gemeenschappelijk strategisch doel, rekening houdend met de beperkingen m.b.t. tijd en resources.
Referentiearchitectuur
Een referentiearchitectuur is een model dat op een generieke manier een oplossing beschrijft voor een bepaald type probleem / use case. Referentiearchitecturen bestaan typisch uit Architectural Building Blocks (ABB’s), maar kunnen occasioneel ook Solution Building Blocks (SBB’s) bevatten (wanneer het gebruik van een specifieke bouwsteen verplicht is).
Resource
Een resource vertegenwoordigt een asset die eigendom is van of wordt beheerd door een persoon of organisatie en die kan worden gebruikt om doelen te bereiken. Omdat resources doorgaans beperkt zijn, kunnen ze vaak een beslissende factor zijn bij een implementatiekeuze van een strategie, doel of project en invloed hebben op de planning van de implementatie.
Service
Een service representeert expliciet gedefinieerd gedrag dat via een (of meer) interface(s) wordt opengesteld naar de omgeving (m.a.w. aanspreekbaar is door de omgeving of op een of andere manier interageert met de omgeving). Het doel van een service heeft een bepaalde waarde en is betekenisvol voor de afnemer ervan.
We onderscheiden:
business services die worden opengesteld via business interfaces (i.e. het interactiekanaal met de organisatie of actor die de service aanbiedt; e.g. een loket, een telefoonnummer, …)
In zekere zin kan je stellen dat business services de extern zichtbare delen van de anderzijds onzichtbare interne processen zijn.application services die worden opengesteld:
aan mensen, typisch via een (graphical) user interface
aan andere applicatiecomponenten, typisch via application programming interfaces
technology services die worden opengesteld aan andere infrastructuurnodes en/of aan applicatiecomponenten via technology interfaces (i.e. de protocollen die de infrastructuurnodes gebruiken om te interageren met hun omgeving; e.g. https, smtp, OAuth, …)
Services kunnen geaggregeerd worden tot grotere services. E.g. je kan één functionaliteit van een applicatiecomponent modelleren als application service (e.g. “download service”), maar je kan ook de volledige functionaliteit van een applicatie modelleren als application service (e.g. Confluence SaaS).
Service management
Service Management is beheer gericht op het leveren van kwaliteitsvolle services waar klanten een zekere waarde aan hechten, zullen kopen en gebruiken. Het is procesmatig leveren van waarde aan de klant in de vorm van services. Hierbij wordt op de achtergrond gebruik gemaakt van diverse business functies / processen.
Strategie
Een Strategie is een beschrijving van langetermijndoelen (a.k.a. Goals, focus on value), vertaald naar kortetermijndoelstellingen (i.e. SMART Objectives), gekoppeld aan de initiatieven die nodig zijn om deze te realiseren (i.e. Projecten en Programma's). Per initiatief worden ook de belangrijkste resultaten (Key Results) beschreven, zodat na uitvoering kan worden vastgesteld in hoeverre de Strategie werd gerealiseerd. Deze initiatieven worden uitgezet op een Roadmap (typisch over 2 à 5 jaar).
Gewoonlijk worden diverse onderdelen van de Strategie beschreven in verschillende documenten (vaak ook o.l.v. een andere verantwoordelijke), bijvoorbeeld:
Business Strategie (doelstellingen mbt de inrichting van de organisatie)
inclusief: HR Strategie (inclusief: Sourcing Strategie)
Portfolio Strategie (doelstellingen mbt veranderingen in de samenstelling van het Product Portfolio)
Product Strategie (per Product: doelstellingen ivm de evolutie en life cycle van het Product)
Marketing/Sales Strategie (doelstellingen mbt Marketing, e.g. nieuwe focus, nieuwe kanalen, nieuwe doelgroepen, ...)
Financiële Strategie (doelstellingen mbt Finance)
inclusief: Cost Strategy, Price Strategy, Funding Strategy
IT Strategie (doelstellingen mbt veranderingen in de IT organisatie)
inclusief: Cloud Strategie
Value stream
Value streams zijn - net als capabilities - strategische instrumenten die los staan van enige implementatiekeuze. Een value stream beschrijft de high level stappen (a.k.a. Value stream stages) die moeten worden doorlopen om een specifieke waarde (value) te kunnen leveren aan een stakeholder (intern of extern). Hierin verschillen value streams van processen, die een (meer gedetailleerde) operationele invulling geven aan value streams en capabilities.
(Door het plotten van de capabilities op deze value stream stages, krijg je zicht op wat de organisatie moet kunnen om die stappen te realiseren. Waarna per capability bepaald kan worden op welke manier deze in de organisatie zal worden geïmplementeerd. Zie Operating Model.)
Vereenvoudigde voorstellingswijze van de verbanden tussen enkele begrippen
Versie
Datum | Auteur(s) |
---|---|
May 21, 2024 | EA Support Team |
Doelpubliek
Iedereen
Inhoudsopgave
- 1 Termen en verklaring
- 1.1 Applicatiecomponent
- 1.2 Application service
- 1.3 Blueprint
- 1.4 Business case
- 1.5 Business service
- 1.6 Capability
- 1.7 Enterprise architectuur
- 1.8 Interface
- 1.9 Operating Model
- 1.10 Portfoliomanagement
- 1.11 Proces
- 1.12 Product
- 1.13 Project
- 1.14 Program(ma)
- 1.15 Referentiearchitectuur
- 1.16 Resource
- 1.17 Service
- 1.18 Service management
- 1.19 Strategie
- 1.20 Value stream
- 2 Vereenvoudigde voorstellingswijze van de verbanden tussen enkele begrippen
- 3 Versie
- 4 Doelpubliek
- 5 Inhoudsopgave
- 6 Bijlage(n):
Bijlage(n):