Skip to end of metadata
Go to start of metadata

You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 3 Next »

Impact beslissingsboom

In volgende tabel wordt de impact van de nieuwe beslissingsboom uitgewerkt voor verschillende partijen. Deze analyse is gebeurd op basis van verschillende gespreken en mails met deze partijen.

Samenvatting

Wie

Werking

Impact

VEKA

Per gebouweenheid wordt 1 EPC aangemaakt.

Dit geldt voor zowel residentieel en niet-residentieel.

Geen

VLOK

VLOK bepaalt de woningkwaliteit, de afbakening gebeurt op een woonentiteit.

Een entiteit wordt indien mogelijk gekoppeld aan een gebouweenheid op basis van het adres.

Enkel residentieel

Verschillende kamerwoningen kunnen behoren tot dezelfde gebouweenheid. Een gebouwentiteit van VLOK heeft daardoor geen unieke link met een gebouweenheid.

Woningpas

De woningpas verzamelt allerlei gegevens van een woning en koppelt deze aan de eigenaar uit het kadaster.

Indien mogelijk wordt een koppeling gelegd met een gebouweenheid (op basis van het adres).

Enkel residentieel (op termijn Gebouwenpas: ook niet-residentieel).

De impact beperkt zich tot eigendommen waarvoor geen unieke link met een adres bestaat.

Stad Leuven

Leuven wil (studenten)kamers apart registreren en adresseren.

Door adressen toe te kennen aan kamers, kan de impact beperkt gehouden worden.

Stad Gent

Voor hospitawoningen is een apart adres nodig.

Door adressen toe te kennen aan kamers, kan de impact beperkt gehouden worden.

Stad Antwerpen

Een studentenkamer krijgt geen apart adres. Er is ook geen extra gebouweenheid nodig.

Geen impact

Kadaster

Een perceel wordt opgesplitst in verschillende partities, die gekoppeld worden aan een eigendomstoestand. Indien mogelijk krijgt een partitie een apart adres, maar dit is niet altijd het geval. De onderverdeling in partities loopt niet gelijk met de onderverdeling in gebouweenheden.

Geen, de koppeling van een partitie met een gebouweenheid is niet 1 op 1 mogelijk wegens de verschillende afbakening van een partitie en een gebouweenheid.

Fluvius

Aansluitingen worden gekoppeld aan een adres. De koppeling met een gebouweenheid is niet 1 op 1.

Impact onduidelijk.

Voorbeeld in de praktijk

image-20240525-062754.png

Een gebouw bestaande uit 4 verdiepingen, op het gelijkvloers met 1 handelsruimte, daarboven 4 kamers en 4 studio’s. Op de eerste verdieping is een gemeenschappelijke keuken voor de kamers.

De gedeelde circulatieruimtie is beperkt tot het gelijkvloers voor de handelsruimte en gebouweenheid wonen, wegens de aanwezigheid van de gemeenschappelijke keuken op de eerste verdieping (we gaan hier uit van een binnendeur op het gelijkvloers tussen de handelsruimte en de trap).

Wie

# Gebouweenheden

VEKA

7 gebouweenheden

  • 1 gebouweenheid voor de handelsruimte

  • 4 gebouweenheden voor de studio’s: door het aanwezig zijn van alle basisvoorzieningen kunnen deze aanzien worden als aparte gebouweenheid, los van het feit dat de gedeelde circulatieruimte een basisvoorziening bevat.

  • 1 gebouweenheid voor de kamerwoningen (collectief wonen). Deze ruimtes hebben een eigen afsluitbare toegang via een gedeelde circulatieruimte op het gelijkvloers.

  • 1 gemeenschappelijk deel

VLOK

9 gebouweenentiteiten

  • 1 gebouweenheid voor de handelsruimte (niet van belang voor VLOK)

  • 8 gebouweenheden voor wonen (4 studio’s en 4 kamers)

  • 1 gemeenschappelijk deel

Woningpas

x gebouweenheden

  • Afhankelijk van de eigendomstoestanden/partities in het gebouw met aard ‘residentieel’

Stad Leuven

9 gebouweenheden

  • 1 gebouweenheid voor de handelsruimte

  • 8 gebouweenheden voor wonen (4 studio’s en 4 kamers)

  • 1 gemeenschappelijk deel

Stad Gent

x gebouweenheden

  • Afhankelijk van het aantal hospitawoningen in het gebouw

Stad Antwerpen

7 gebouweenheden

  • Kunnen er ook meer zijn, maar hoeft niet

Kadaster

Actuele situatie: 3 partities

  • Afhankelijk van de eigendomstoestanden/partities in het gebouw

image-20240529-084741.png

Hetzelfde gebouw zou even goed op een andere manier onderverdeeld kunnen zijn.

Fluvius

x gebouweenheden

  • Elke aansluiting wordt gekoppeld aan een adres.

Impact afbakening op adressen

Tussen een gebouweenheid en een adres is een sterke koppeling aanwezig. Wijzigingen aan de afbakening van gebouweenheden heeft daarom ook impact op de adressen.

Het uitgangspunt blijft dat er zoveel mogelijk getracht wordt om 1 gebouweenheid te koppelen aan 1 adres. Voor het merendeel van de gebouweenheden zal dit nog steeds het geval zijn.

Door het uitsluiten van bijvoorbeeld kamerwoningen als aparte gebouweenheid is dit principe niet altijd toepasbaar. Daarom is het mogelijk dat 1 gebouweenheid meer dan 1 adres heeft, maar het kan ook gebeuren dat er geen adres is voor een gebouweenheid.

Aangezien de adrestoekenning staat beschreven in de BestAdd-richtlijn, is de impact hierop bekeken.

Volgens BestAdd (https://www.belgif.be/page/activity/bestwg.nl.html) geldt:

  • Artikel 10§1 Enkel de gemeente is bevoegd om het huisnummer van de adresseerbare objecten op haar grondgebied te bepalen, te wijzigen of te verwijderen.

  • §2 Een huisnummer wordt ten laatste toegekend :

    • wanneer een vergunning is afgeleverd waarin een noodzaak tot adrestoekenning en/of -wijziging voorkomt.

    • na positief advies van de gemeente voor die gevallen waarin geen vergunning vereist is.

  • §3 In gebouwen met exact één gebouweenheid krijgt de gebouweenheid een huisnummer. Zijn er meerdere gebouweenheden dan krijgt het gemeenschappelijk deel een huisnummer terwijl de andere gebouweenheden een busnummer kunnen krijgen in overeenstemming met artikel 19.

  • §4 Een gebouweenheid krijgt in de regel slechts één adres. Enkel bij een aantoonbaar of groot maatschappelijk belang kan één of meerdere extra adressen toegekend worden.

Interpretatie van de richtlijn:

Er wordt vooreerst nergens omschreven wat de definitie van een gebouweenheid is. Dit maakt het al moeilijk om hier sluitende regels rond op te leggen.

De richtlijn wordt daarom door Digitaal Vlaanderen als volgt geïnterpreteerd:

§3: Het is niet duidelijk of een verplichting wordt opgelegd om elke gebouweenheid steeds een huisnummer toe te kennen. Wat wel gezegd is: als er een huisnummer is en geen gemeenschappelijk deel, dan wordt het huisnummer gekoppeld aan de gebouweenheid. Als er wel een gemeenschappelijk deel is, wordt het huisnummer hieraan gekoppeld.

§4: Het toekennen van meer dan 1 adres aan een gebouweenheid kan volgens deze paragraaf wel als er een aantoonbaar of groot maatschappelijk belang. Deze begrippen zijn voor interpretatie vatbaar en worden in de richtlijn niet verder verduidelijkt.

Bepaalde gevallen, zoals kamerwoningen voor het beheer van huursubsidies, kunnen bezien worden als ‘aantoonbaar maatschappelijk belang’, waardoor meerdere adressen aan 1 gebouweenheid toegekend kunnen worden.

  • No labels

0 Comments

You are not logged in. Any changes you make will be marked as anonymous. You may want to Log In if you already have an account.