In Flow C is het de bedoeling dat een ondernemer een lijst kan bekomen van relevante vergunningen die nodig zijn om de activiteiten van de onderneming kunnen/mogen uitvoeren. Om deze lijst te bekomen is input van de ondernemer nodig, bovenop de informatie die al gekend is vanuit de KBO (ondernemings- en vestigingsdata, alsook activiteiten).
In eerste instantie krijgt de ondernemer een aantal vragen voorgeschoteld (afgeleverd door een “Q&A Engine”), waarbij multiple choice gebruikt wordt om de antwoorden te geven. Op basis van de antwoorden die op de specifieke vragen gegeven worden en de KBO-gegevens zal een “Routing Engine” bepalen welke vergunningen van toepassing zijn.
Deze vergunningen komen uit een Central Product and Procedure Catalog (CPPC), die op federaal niveau voorzien wordt. De CPPC is een aggregaat van verschillende overheidsproductcatalogi van de verschillende gewesten. Voor Vlaanderen is dat IPDC. Informatie uit IPDC moet dus doorstromen naar het federale niveau. Voor dit verhaal zijn een aantal principes van toepassing.