Note |
---|
De informatie op deze pagina wordt niet meer onderhouden. De inhoud is gepubliceerd in het document “Procedure Afbakening Gebouweenheden”, te vinden op https://www.vlaanderen.be/digitaal-vlaanderen/onze-oplossingen/gebouwen-en-adressenregister/gebruik-en-achtergrondinformatie . |
Tussen een gebouweenheid en een adres is een sterke koppeling aanwezig. Wijzigingen aan de afbakening van gebouweenheden heeft daarom ook impact op de adressen.
Het uitgangspunt blijft dat er zoveel mogelijk getracht wordt om 1 gebouweenheid te koppelen aan 1 adres. Voor het merendeel van de gebouweenheden zal dit nog steeds het geval zijn.
Door het uitsluiten van bijvoorbeeld kamerwoningen als aparte gebouweenheid is dit principe niet altijd toepasbaar. Daarom is het mogelijk dat 1 gebouweenheid meer dan 1 adres heeft, maar het kan ook gebeuren dat er geen adres is voor een gebouweenheid.
Aangezien de adrestoekenning staat beschreven in de BestAdd-richtlijn, is de impact hierop bekeken.
Volgens BestAdd (https://www.belgif.be/page/activity/bestwg.nl.html) geldt:
Artikel 10§1 Enkel de gemeente is bevoegd om het huisnummer van de adresseerbare objecten op haar grondgebied te bepalen, te wijzigen of te verwijderen.
§2 Een huisnummer wordt ten laatste toegekend :
wanneer een vergunning is afgeleverd waarin een noodzaak tot adrestoekenning en/of -wijziging voorkomt.
na positief advies van de gemeente voor die gevallen waarin geen vergunning vereist is.
§3 In gebouwen met exact één gebouweenheid krijgt de gebouweenheid een huisnummer. Zijn er meerdere gebouweenheden dan krijgt het gemeenschappelijk deel een huisnummer terwijl de andere gebouweenheden een busnummer kunnen krijgen in overeenstemming met artikel 19.
§4 Een gebouweenheid krijgt in de regel slechts één adres. Enkel bij een aantoonbaar of groot maatschappelijk belang kan één of meerdere extra adressen toegekend worden.
Interpretatie van de richtlijn:
Er wordt vooreerst nergens omschreven wat de definitie van een gebouweenheid is. Dit maakt het al moeilijk om hier sluitende regels rond op te leggen.
De richtlijn wordt daarom door Digitaal Vlaanderen als volgt geïnterpreteerd:
§3: Het is niet duidelijk of een verplichting wordt opgelegd om elke gebouweenheid steeds een huisnummer toe te kennen. Wat wel gezegd is: als er een huisnummer is en geen gemeenschappelijk deel, dan wordt het huisnummer gekoppeld aan de gebouweenheid. Als er wel een gemeenschappelijk deel is, wordt het huisnummer hieraan gekoppeld.
§4: Het toekennen van meer dan 1 adres aan een gebouweenheid kan volgens deze paragraaf wel als er een aantoonbaar of groot maatschappelijk belang. Deze begrippen zijn voor interpretatie vatbaar en worden in de richtlijn niet verder verduidelijkt.
Bepaalde gevallen kunnen bezien worden als ‘aantoonbaar maatschappelijk belang’, waardoor meerdere adressen aan 1 gebouweenheid toegekend kunnen worden:
Het registreren van kamerwoningen voor het beheer van huursubsidies
Het toekennen van 2 adressen aan winkels of kantoren om zwaar verkeer te vermijden in een woonwijk: 1 voor bezoekers en 1 voor leveringen
…
Opmerking: In uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat een gebouweenheid geen adres heeft. Hoewel dit in theorie mogelijk is, dient dit zo veel mogelijk vermeden te worden. Naast de identificator van de gebouweenheid en de koppeling met een gebouw, is er namelijk geen enkele indicatie wat deze gebouweenheid juist inhoudt. Zeker in gebouwen waar meerdere gebouweenheden zouden bestaan zonder adres, is er geen onderscheid tussen deze gebouweenheden mogelijk behalve op de identificator.