...
De centrale Routing engine verwijst in zijn mappingconfiguratie naar CPPC-ID’s. Deze mapping is nodig zijn om te definiëren welke producten van toepassing zijn in een bepaalde context (type onderneming, antwoorden op vragen, locatie, activiteiten …). In de CPPC is dan weer opgenomen met welke concrete IPDC-ID’s de CPPC-ID’s overeenkomt (indien van toepassing). Voor Vlaamse en lokale producten zal er geen overlap zitten tussen de verschillende productcatalogi (IPDC, IODDA, BAS). Voor Federale producten zal één CPPC-product gelinked moeten worden aan potentiëel meerdere ID’s.
Info |
---|
Samen met VLAIO moet bekeken worden op welke manier de locatie (op basis van welke input in het proces - via vestigingsdetails of aparte input) deel zal uitmaken van de mapping naar een CPPC-product. In IPDC wordt een locatie gedefinieerd door een geografisch toepassingsgebied. Dat bepaalt de geografische grenzen waarbinnen een publieke dienst van toepassing is. In het IPDC-implementatiemodel worden deze gedefinieerd als NUTS/NIS/LAU-codes voor statistische regio’s. (De NIS-code (ook REFNIS-code genoemd) is een code met 5 cijfers, uitgewerkt door Statbel, het Belgische statistiekbureau, die aan elke bestuurlijke eenheid wordt toegekend om de geografische referentie van de geproduceerde statistieken te vergemakkelijken.) Noot: in de KBO worden postcodes gebruikt om aan te geven waar een vestiging gesitueerd is. Waar gebeurt de mapping? |
...