Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.
Table of Contents
stylenone

Achtergrond & context

Gebouweenheden maken onderdeel uit van het gebouwenregister. Elke gebouweenheid krijgt een unieke identificator. In tegenstelling tot een adres volgt deze identificator de feitelijke levensloop van de ruimte. De identificator ontstaat wanneer de ruimte wordt gebouwd en verdwijnt pas wanneer de ruimte fysiek niet meer bestaat.

Er wordt veel data gekoppeld aan adressen. Maar als je goed kijkt, gaat deze data niet over het adres zelf, maar over het object waar het adres naar verwijst. Meestal is dit een woning, een appartement, of een handelszaak. Kortom, een functioneel zelfstandige en samenhangende ruimte in een gebouw. Het is dan logisch om een object te hebben om deze ruimte te identificeren, zodat we onze data aan de ruimte zelf kunnen koppelen. Als we de ruimte kunnen identificeren en er onze data aan kunnen koppelen, wordt het mogelijk om informatie over deze ruimte tussen administraties uit te wisselen.

Met de overgang van CRAB (Centraal Referentieadressenbestand) naar het Gebouwen- en Adressenregister (GRAR) is het voor de decentraal beheerders (steden en gemeenten) niet altijd duidelijk hoe en wanneer de aanmaak en bijwerking van gebouweenheden moet gebeuren.

Ook voor afnemers van de data, die interne logica bouwen op gebouweenheden, is de bestaande afbakening voor gebouweenheden onvoldoende sluitend. Bij de start van dit traject worden gebouweenheden al gebruikt en dienen we bestaand gebruik dus ook te analyseren en waar nodig te reviseren op de nieuwe afbakening.Het begrip van gebouw en gebouweenheid is onmisbaar om het huisnummer en/of het busnummer te kunnen bepalen en deze adresseerbaar te maken. Daarnaast bieden gebouweenheden binnen gebouwen meer duiding over het (verschillend gebruik) dat binnen een gebouw kan bestaan; wij definiƫren dit als het gebruiksdoel van een gebouw.

Ambitie

Digitaal Vlaanderen ambieert kwaliteitsvol en consistent decentraal beheer en hergebruik van gebouweenheden door te voorzien in duidelijke afbakeningsregels gekoppeld aan concrete praktijkvoorbeelden

...