Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

Conclusie: er worden (minstens) 3 gebouweenheden voorzien.

Voorbeeld 4: studentenkamers

...

Criterium 1: Betreft de ruimte 1 of meerdere binnenruimten die binnen 1 gebouw gelegen zijn?

Er zijn meerdere binnenruimten, dus volgens dit criterium zouden er meerdere gebouweenheden moeten zijn (per kamer en appartement 1, per restoruimte 1…).

Criterium 2: Wordt de ruimte ontsloten via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde circulatieruimte?

De appartementen hebben een aparte afsluitbare toegang vanaf een gedeelde circulatieruimte (dit is niet echt zichtbaar op het plan, maar de assumptie is dat deze apart staat van de rest van het gebouw). Elk appartement heeft daarom 1 gebouweenheid.

De rest van het gebouw geldt als 1 gebouweenheid: er kan niet gesproken worde van een gedeelde circulatieruimte omdat er gemeenschappelijke ruimtes op uit komen. De kamers kunnen dus niet als aparte gebouweenheid aanzien worden.

In theorie is het mogelijk dat door extra compartimentering het gebouw toch kan opgesplitst worden in verschillende gebouweenheden, op voorwaarde dat elk deel dan een eigen afsluitbare toegang heeft.

Criterium 3: is de ruimte groot genoeg en toegankelijk voor het uitoefen van het gebruiksdoel en zijn de basisvoorzieningen aanwezig

Elk appartement heeft de basisvoorzieningen en kan dus een aparte gebouweenheid zijn.

De rest van het gebouw heeft ook de nodige basisvoorzieningen (wat bijvoorbeeld niet van een individuele kamer gezegd kan worden).

Criterium 4: Is de ruimte functioneel zelfstandig?

De appartementen zijn functioneel zelfstandig.

De rest van het gebouw is ook functioneel zelfstandig.

Conclusie: er worden 7 gebouweenheden voorzien: 5 appartementen, 1 voor de kamers en 1 gemeenschappelijk deel (automatisch aangemaakt).